Externe ontwikkelingen
De ontwikkelingen rondom het landelijk gebied staan niet stil. Met de uitspraak van de Raad van State over de PAS is de urgente opgave van het stikstofprobleem benadrukt. De stikstofbelasting zorgt voor vermesting en verzuring en vormt in Nederland een belangrijke oorzaak van biodiversiteitsverlies. Er zijn drie landelijke programma's die werken aan het herstel en vergroten van natuur en biodiversiteit, dit zijn: Natuurpact, Programma Natuur en de herijking van het (Nationaal/Fries) Programma Landelijk Gebied.
Daarnaast werken we in Fryslân samen met onze partners aan de uitvoering van het Friese herstelprogramma biodiversiteit, Nota Weidevogels en verkennen we onze verhouding tot de landelijke agenda Natuurinclusief.
Natuurpact en Programma Natuur
De provincies zijn verantwoordelijk voor de realisatie van de ontwikkeling en het beheer van de natuur. In het Natuurpact zijn de ambities met betrekking tot ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland vastgelegd voor de periode tot en met 2027. O.a. voor de natuurontwikkelopgave (het NNN), uitvoeren van de Natura 2000-maatregelen, natuurherstelmaatregelen, (agrarisch) natuurbeheer en weidevogels.
In het kader van het Natuurpact is met het Rijk afgesproken dat in 2027 het NatuurNetwerkNederland (NNN) wordt gerealiseerd. Fryslân heeft sinds 1 januari 2023 nog een opgave van ca. 1.600 ha verwerven/functiewijziging en 3.600 ha inrichting NNN. Provinciale Staten heeft in november 2022 besloten dat er maximaal wordt ingezet om het NNN te realiseren. Vanwege diverse oorzaken is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN kan worden gerealiseerd. Fryslân heeft een realisatiestrategie opgesteld die uitgaat van de realisatie van tenminste 750 ha verwerving/functiewijziging en 2.000 ha inrichting NNN in 2027. In voorjaar 2025 voor middels een MidtermReview de voortgang van de realisatie van het NNN aan Provinciale Staten voorgelegd.
Bij de realisatie van het NNN blijven wij alert dat het NNN niet dezelfde juridische status krijgt als Natura 2000 (het Europese kader). Daarnaast zet Fryslân met de uitvoering van de strategie Grip op kwaliteit (door GS vastgesteld op 15-11-2022) in op het verhogen van de kwaliteit van het NNN. In paragraaf 9, Grote projecten, wordt het Natuurpact verder toegelicht.
Aanvullend op het Natuurpact hebben provincies en Rijk als onderdeel van de structurele aanpak stikstof afgesproken om een Programma Natuur op te stellen voor de periode 2021 t/m 2032. Belangrijke hoofdlijn van het Programma Natuur is om condities te realiseren voor een gunstige staat van instandhouding (Svl) van alle soorten en habitats onder de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR). In 2024 is een aanvraag ingediend voor de 2e fase van dit programma. In paragraaf 9 Grote projecten wordt een nadere toelichting op Programma Natuur gegeven.
Fries Programma Landelijk Gebied (NPLG-FPLG)
Het (ontwerp-) NPLG is een beleidsprogramma onder de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), met drie ministeries als opdrachtgever: Ministerie van LNV, ministerie van IenW en het ministerie van BZK. Het NPLG staat dus niet op zichzelf, en hangt ook samen met verschillende andere rijksprogramma’s. Met het opstellen van provinciale gebiedsprogramma’s van het NPLG worden de gebiedsgerichte opgaven en maatregelen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat vastgesteld. In het NPLG zijn de EU-verplichtingen leidend: Vogel- en Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Water (KRW) en (onder meer) de Europese Klimaatwet voor broeikasgassen.
Voor de uitvoering van de maatregelen had het vorige kabinet € 24,3 miljard gereserveerd voor de periode 2024-2035. Deze middelen zouden in het Transitiefonds Landelijk gebied komen en provincies konden hier aanvragen voor doen. De nieuwe regering heeft eind mei haar Hoofdlijnenakkoord gepresenteerd. Daaruit blijkt dat men het voornemen heeft om de Tijdelijke wet Transitiefonds in te trekken en de gereserveerde middelen een andere bestemming te geven. Begin september heeft de minister aangegeven te stoppen met de ontwikkeling van het NPLG, wat hiervoor in de plaats komt is nog onzeker.
Begin april zijn verbeterde aanvragen ingediend voor Maatregelpakketten. Het gaat om aanvragen met een financiële omvang van € 180 mln.. De beschikking voor de eerste € 150 mln. is begin september ontvangen. Naar verwachting zijn de totale middelen in het vierde kwartaal beschikbaar voor uitvoering. In paragraaf 9 Grote projecten wordt het FPLG verder toegelicht.
Fries Herstelprogramma biodiversiteit
Samen met onze partners werken we aan de uitvoering van het Friese Herstelprogramma Biodiversiteit (vastgesteld door GS in februari 2021). Het doel van dit programma is het stoppen van de achteruitgang van de biodiversiteit, d.m.v. activiteiten die zijn gericht op kennisontwikkeling, educatie en bewustwording etc. Als provincie willen we i.i.g. het goede voorbeeld geven. Voor de jaren 2025 en verder wordt het programma herijkt waarbij we ons mede laten inspireren door de Landelijke Agenda Natuurinclusief.
Natura 2000
De Natura 2000-gebieden vormen een gezamenlijk Europees netwerk van beschermde natuurgebieden.
Deze gebieden spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de VHR-doelen in Fryslân. Voor alle Natura 2000-gebieden zijn specifieke VHR-doelen vastgelegd in zogenoemde aanwijzingsbesluiten. Doel daarvan is om de beschermde soorten en habitattypen landelijk in een “gunstige staat van instandhouding” te houden en waar nodig te brengen. De recent (17 juni 2024) aangenomen Europese Natuurherstelverordening onderstreept de noodzaak om actief te werken aan behoud en uitbreiding van de VHR-doelen waar Fryslân voor aan de lat staat.
In 2023 zijn als onderdeel van het FPLG natuurdoelanalyses (NDA's) voor de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden opgesteld. In de NDA's wordt een beschrijving gegeven van de huidige staat van instandhouding van de aangewezen habitattypen en -soorten. In 2024 heeft de Ecologische Autoriteit (EA) de laatste adviezen gegeven op de NDA's. Op basis van de NDA's en de adviezen van de EA worden aanvullende onderzoeken uitgevoerd, monitoringsgegevens verzameld en maatregelen uitgevoerd om naar de gunstige staat van instandhouding te gaan.
Het huidige Nederlandse N2000 doelensysteem omvat het landelijke beleid, de aanwijzingsbesluiten en de beheerplannen voor de gebieden. Dit systeem is de afgelopen periode geëvalueerd, en op basis van deze evaluatie vindt nu een actualisatie plaats. Komend jaar wordt hier verder aan gewerkt waarbij het Rijk voortouwnemer is van deze actualisatie.
Nationale Parken
Nederland telt 21 Nationale Parken. Vier daarvan liggen (geheel of gedeeltelijk) in Fryslân: NP Schiermonnikoog, NP Lauwersmeer, NP Drents-Friese Wold en NP De Alde Feanen. In 2015 is een landelijk manifest getekend over de doorontwikkeling van Nationale Parken. Momenteel zijn alle Nationale Parken aan het onderzoeken of en op welke wijze zij die doorontwikkeling voor zich zien. Op basis van de uitkomsten van de onderzoeken worden de vervolgstappen bepaald.
(Agrarisch) natuurbeheer
De provincie voert, in afstemming de natuurbeheerders en de agrarische sector, de regie op het natuurbeheer binnen en buiten het Natuurnetwerk (NNN). Daarbij wordt actief gestuurd op de kwaliteit van het Natuurnetwerk en de realisatie van afgesproken natuurambities. Daarnaast wordt invulling gegeven aan de implementatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In paragraaf 3.2 wordt uitgebreider ingegaan op het GLB.
Soortenbeleid
Bedreigde (Rode lijst soorten) en wettelijk beschermde soorten (o.a. Vogel Habitat Richtlijn-soorten) worden in Fryslân, m.u.v. de weidevogels momenteel passief beschermd d.m.v. Vergunningverlening , Toezicht en Handhaving. We verkennen de verantwoordelijkheid en mogelijkheden om hier een actievere rol in te spelen, is samenhang met het Herstelprogramma Biodiversiteit.
Voor het behoud van de weidevogels in Fryslân wordt samen met de betrokken partijen de Nota Weidevogels inclusief het Aanvalsplan Grutto uitgevoerd. Het weidevogelbeleid en het Aanvalsplan Grutto worden in 2025 net zoals ganzenschade uit bestaande middelen betaald. Het nieuwe ganzenbeleid is vastgesteld in maart 2024 en het beleid invasieve exoten in december 2022.
De belangrijkste ontwikkelingen die we bij natuurtaken in de Omgevingswet (VTH) zien zijn de volgende:
- De komende jaren zal door de toenemende complexiteit in het aantal dossiers voor zowel vergunningverlening als voor toezicht en handhaving, niet alleen in aantal, maar ook in complexiteit, bestuurlijke gevoeligheid en maatschappelijke aandacht groeien. Met name de toenemende maatschappelijke betrokkenheid speelt hierbij een rol. Voorbeelden van deze onderwerpen zijn zorgplicht weidevogels, stikstof en de soorten management plannen. De belangen op deze dossiers zijn groot en vaak tegenstrijdig, dit zal de komende jaren naar verwachting alleen maar toenemen en regelmatig resulteren in bestuurlijke dilemma’s.
- De bescherming van de natuur is een onderwerp dat dichtbij de mienskip staat. We merken dat het onderwerp leeft en dat er veel vragen zijn. Ook zien we meer handhavingsverzoeken, WOO-verzoeken, persvragen en bezwaar- en beroepsprocedures. Daarnaast zien we in de praktijk dat op een aantal onderwerpen uitvoeringsbeleid ontbreekt en dat we met vergunningen beleid maken. De dienstverlening moet beter, meer openheid voorkomt achterdocht. Er moeten vaste contactpersonen zijn.
- Er zal veel aandacht zijn de komende jaren voor het legaliseren van PAS melders, daarbij zijn we afhankelijk van stikstofruimte beschikbaar gesteld door het Rijk.
- Tot 1 januari 2024 waren de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet natuurbescherming (Wnb) van kracht. Deze wetten zijn opgegaan in de Omgevingswet. Wanneer voor een activiteit een omgevingsvergunning op grond van de Wabo was vereist, waarvoor ook een toestemming op grond van de Wnb nodig was, dan was het verplicht om voor alle benodigde toestemming één aanvraag in te dienen. Dat werd de aanhaakplicht genoemd. De aanhaakplicht gold niet als vóór de aanvraag om een omgevingsvergunning al een aanvraag op grond van de Wnb was ingediend. Onder de Omgevingswet is de aanhaakplicht vervallen. De eerste ervaringen met de Omgevingswet laten zien dat initiatiefnemers de verschillende toestemming vaak niet in één keer aanvragen en dat is onder de Omgevingswet ook toegestaan. De provincie heeft Friese gemeenten opgeroepen om de provincie in kennis te stellen van aanvragen waarbij natuurbeschermingsregels een rol kunnen spelen, zodat de provincie afstemming kan zoeken met de initiatiefnemer en/of gericht toezicht kan houden op niet vergunde activiteiten. We voorzien dat dit leidt tot extra belasting voor zowel vergunningverlening als handhaving.