Paragraaf 7. Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Samen investeren is nodig om Fryslân verder te helpen. Investeren in elkaar, in relaties, in de samenleving. Zo werken wij aan het vertrouwen in de overheid. Als provincie willen wij daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Wij gaan naast inwoners staan die activiteiten organiseren. Wij helpen bedrijven om te vernieuwen. Wij ondersteunen besturen van verenigingen en organisaties. Voorbeelden hiervan zijn externe initiatieven zoals Natuer mei de Mienskip, het programma IJsselmeerkust, de Regiodeals etc. Dit gebeurt in een context van een provinciale begroting die afneemt als het gaat om de inzet van 'eigen' provinciale middelen en toe zal nemen met Rijksbijdragen voor bijvoorbeeld het Fries programma landelijk Gebied (FPLG).

In 2022 is een organisatieontwikkeltraject gestart. Vanaf 2024 zal de organisatie gaan werken vanuit een nieuw organisatiemodel, dat moet leiden tot meer daadkracht, leiderschap en eenvoud; waarbij aandacht is voor de politiek-/ bestuurlijke context waarin wij samenwerken met en voor de 'Mienskip'.  Slimmere en heldere werkwijze en processen moeten zorgen voor het inzichtelijk krijgen en verlagen van de werkdruk.  

Deze ontwikkeling vraagt veel van de organisatie, terwijl er al grote thema's speelden en het nieuwe bestuursakkoord zal vragen om tijd en energie om een goede start te maken met de nieuwe ambities voor komende periode.

In het programma bedrijfsvoering staan onze ambities, doelen en resultaten op het gebed van de bedrijfsvoering. In deze paragraaf lichten we de volgende onderdelen nader toe:

  • De inzet van personeel, de ontwikkeling van het capaciteitsbudget, inclusief bezetting (vast en tijdelijk personeel) en inhuur
  • Het programma organisatieontwikkeling (O&O), de uitvoering van het HR-beleid (human resources) en ziekteverzuim
  • Het programma digitaliseringstrategie
  • De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken
  • De Energie-neutrale organisatie.
  • De rechtmatige organisatie

De inzet van personeel

Terug naar navigatie - De inzet van personeel

In onderstaand overzicht staat het totaal van de bedrijfsvoeringskosten en wordt specifiek inzicht gegeven in het deel capaciteitsbudget, gesplitst naar salarissen (voor vast en tijdelijk personeel) en inhuur.

Inzet beschikbare middelen
Exploitatie Realisatie 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
Bedragen x € 1.000,-
Uitgaven
Capaciteitsbudget
- salarissen 71.844 77.997 77.332 69.202 67.206 67.264
- inhuur 11.224 11.890 2.602 3.500 3.500 2.000
Subtotaal capaciteitsbudget 83.068 89.886 79.934 72.702 70.706 69.264
Overige personeelskosten 2.156 2.004 1.956 2.849 2.777 2.532
Kosten automatisering 7.698 6.105 7.611 7.089 6.863 6.801
Kosten huisvesting 6.471 7.691 7.809 7.809 7.781 7.781
Overig 4.270 8.477 8.576 8.646 8.251 5.561
Totaal bedrijfsvoeringskosten (A) 103.663 114.163 105.886 99.095 96.379 91.939
Dekking
Dekking capaciteit 17.135 21.114 13.907 8.746 7.981 8.046
Bijdrage van derden 1.974 1.968 376 298 298 298
Totaal dekking (B) 19.109 23.082 14.283 9.044 8.279 8.344
Saldo van lasten en baten (A-B) 84.554 91.081 91.603 90.051 88.100 83.595

Toelichting

Het bedrijfsvoeringsbudget is opgebouwd uit personele en materiële kosten. Een deel van deze kosten wordt gedekt door bijdragen van derden en vanuit tijdschrijven op met name projecten en specifieke uitkeringen. Vanaf 2024 nemen in deze begroting de middelen voor inhuur sterk af. Dit heeft te maken met de afname van een aantal tijdelijke en projectbudgetten waar personeel een onderdeel van uitmaakt. In het capaciteitsbudget, zoals we dat hierna verder toelichten, wordt duidelijk dat het het hierbij gaat om het deel van het capaciteitsbudget dat fluctueert en weer kan toenemen op het moment dat er extra middelen beschikbaar worden gesteld door Provinciale Staten en/of derden, voor de uitvoering van taken en/of projecten. De flexibele schil voor inhuur en/of tijdelijke dienstverbanden neemt dan weer toe. Deze ontwikkeling maken we steeds zichtbaar in deze paragraaf en is de basis voor de strategische personeelsplanning.

Capaciteitsbudget

Onderstaand is het verloop van het capaciteitsbudget in de begroting ten opzichte van de Berap 2023 weergegeven. Dit totaal sluit aan op het subtotaal capaciteitsbudget. In het overzicht is aangegeven of de uitbreiding van capaciteit wordt gedekt uit bijdragen derden of uit middelen van de provincie zelf. Tevens is aangegeven onder welk mandaat de wijzigingen zijn doorgevoerd.

Ontwikkeling capaciteitsbudget Budget Dekking 2023 2024 2025 2026 2027
(bedragen x € 1.000)
bestuursapportage 2023 89.880 73.149 63.416 61.421 61.479
GS 18-07-2023 Actualisatie samenwerkingsovereenkomst Prins Bernhard Cultuurfonds Basis Derden 6 6 6 6 6
Mandaat GS Toerekenen nominaal aan basiscapaciteit Basis Provincie 0 2.779 2.779 2.779 2.779
PS 19-07-2023 Bestuursakkoord: structurele dekking basiscapaciteit Basis Provincie 0 3.000 3.000 3.000 3.000
PS 19-07-2023 Bestuursakkoord: tijdelijk budget uitvoering bestuursakkoord Tijdelijk Provincie 0 1.000 3.500 3.500 2.000
begroting 2024 89.886 79.934 72.702 70.706 69.264

Het capaciteitsbudget is meerjarig opgebouwd in de ruimte voor salarissen (vast en tijdelijk personeel) en inhuur. Een deel van dit budget is structureel. Het tijdelijke deel bestaat deels uit middelen die wij ontvangen van derden voor bijvoorbeeld de uitvoering van taken en projecten en deels uit middelen die Provinciale Staten beschikbaar stellen. Dit maakt dat het capaciteitsbudget flexibel is en fluctueert.

Dit leidt tot het volgende overzicht van het capaciteitsbudget waarin op hoofdlijnen zichtbaar wordt hoe het capaciteitsbudget zich meerjarig ontwikkelt op begrotingsbasis. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de basiscapaciteit (voor onze basis/structurele taken), tijdelijke capaciteit (budget voor extra taken met een bepaalde looptijd) en projectcapaciteit (verantwoording via tijdschrijven). 

Ten opzichte van de Bestuursrapportage is het capaciteitsbudget onder meer verhoogd met door het toerekenen van de indexering 2024  (nominaal) aan de basiscapaciteit. Dit betreft de compensatie voor de stijging van de salariskosten door CAO afspraken.
Daarnaast is zijn de extra budgetten die voortvloeien uit het Bestuursakkoord aan het budget toegevoegd. Het gaat daarbij enerzijds om een structurele verhoging van de basiscapaciteit met € 3 mln.
Anderzijds is voor de uitvoering van de plannen uit het Bestuursakkoord een bedrag beschikbaar gesteld van totaal € 10 mln.  Deze middelen zijn op basis van een globale raming meerjarig in de begroting verwerkt waarbij er van wordt uitgegaan dat de piek  van de werkzaamheden voor het realiseren van de plannen uit het bestuursakkoord in 2025 en 2026 ligt.


Toelichting

De afname van tijdelijke capaciteit (rode balk in bovenstaand overzicht) komt met name door de afloop van het aanvullende capaciteitsbudget voor uitvoering van het vigerende bestuursakkoord (tijdelijke capaciteit, beschikbaar gesteld door Provinciale Staten). De afname projectcapaciteit komt met name door de afloop van de grote infraprojecten. In deze cijfers is nog geen rekening gehouden met te verwachten additionele capaciteit die samenhangt met nieuwe projecten zoals bijvoorbeeld NPLG/FPLG, de Sluis Kornwerderzand en mogelijk de Lelylijn. De tijdelijke en projectcapaciteit fluctueren. 

Op dit moment wordt nog een deel van de basiscapaciteit gefinancierd uit bijdragen van derden voor de inzet van personeel. Zowel door het bureau Cebeon als SeederdeBoer is, in het kader van het onderzoek naar Provinciale taken, keuzes en consequenties (PS 29 juni 2022), geconstateerd dat dit niet wenselijk is. 
Om de nieuwe organisatiestructuur goed te laten draaien is het noodzakelijk dat wij onze benodigde basiscapaciteit structureel gefinancierd hebben. Op dit moment is er een tekort van € 8 mln. dat wij tot nu toe incidenteel dekken vanuit de overheadcomponent bij het tijdschrijven. Echter structurele uitgaven moeten structureel gedekt worden conform de financiële uitgangspunten, In deze bestuursperiode (2023-2027) lossen wij dit tekort op door:

  • Bij het bestuursakkoord is € 3 mln. structureel aan het budget voor basiscapaciteit toegevoegd.
  • Een deel (€ 2 mln.) van onze goederen en diensten budgetten wordt omgezet naar structurele basiscapaciteit (mensen).  Een deel van onze goederen en diensten budgetten bij bedrijfsvoering zijn nu namelijk structureel begroot maar zijn afhankelijk van de grootte van de organisatie Dit tijdelijke deel van het goederen en dienstenbudget moet worden gedekt uit de overheadcomponent die we via tijdschrijven doorbelasten aan projecten.
  • In deze bestuursperiode gaan wij een efficiencybesparing op de basiscapaciteit van € 3 mln.  realiseren.

Met deze maatregelen bouwen we de financiering van de basiscapaciteit uit bijdragen van derden af in deze bestuursperiode.

Inzet op de BBV taakvelden

In onderstaande tabel maken we inzichtelijk wat de inzet van personeel en middelen is op de verschillende beleidsthema’s.  Het gaat hierbij om de beleidsthema’s zoals deze wettelijk zijn vastgelegd in het BBV (Besluit begroten en verantwoorden), waarbij de ‘overhead’ apart is opgenomen. Deze laatste mag vanaf 2017 niet meer toegerekend worden aan de programma’s. Overhead wordt hierbij als volgt gedefinieerd: ‘alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces’. Enige uitzondering hierop is de toerekening van overhead aan te activeren investeringen, deze mag nog wel rechtstreeks plaatsvinden. Het nieuwe BBV heeft als één van de uitgangspunten dat de baten en lasten van overheden onderling beter vergelijkbaar moeten zijn waarmee benchmarks worden vergemakkelijkt. Onderdeel van deze transparantie is het opnemen van de toedeling van de bedrijfsvoeringskosten aan de zogeheten ‘taakvelden’ binnen de Informatie voor derden (IV3) die elke overheid moet aanleveren bij het CBS. Hierbij blijft het voor de Staten inzichtelijk, omdat deze taakvelden aansluiten bij de diverse beleidsthema’s.

Toelichting tabel:

De sterke daling in 2025 bij het taakveld Natuur komt door de personele inzet op het programma natuur welke vooralsnog alleen voor 2023/2024 in de begroting is opgenomen.

Meerjarenbegroting per taakveld BBV
Lasten
Bedragen x € 1.000,- Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
Bestuur 3.965 3.753 3.711 3.690 3.689
Verkeer en vervoer 17.196 17.648 17.177 16.934 16.923
Water 2.823 3.021 2.939 2.897 2.895
Milieu 5.762 4.769 4.089 3.896 3.818
Natuur 12.820 13.125 9.155 9.060 9.043
Regionale economie 6.053 4.020 3.978 3.467 3.465
Cultuur en maatschappij 4.990 4.379 3.589 3.080 3.078
Ruimte 5.555 3.286 3.197 3.151 3.149
Investeringen 8.409 3.790 2.767 2.569 2.569
Onderhanden werk inrichtingsgebieden 1.063 871 79 0 0
Voorzieningen 572 572 401 401 572
Overhead 44.956 46.653 48.013 47.234 42.738
Saldo bedrijfsvoeringskosten 114.163 105.886 99.095 96.379 91.939

Bezetting

In onderstaand overzicht staat de ontwikkeling van het aantal fte met een provinciaal dienstverband (vast en tijdelijk). 

Bezettingsoverzicht met meerjarige prognose uitgaande van de arbeidsovereenkomsten stand 1 juni 2023, inclusief pensionering en afloop van tijdelijke contracten.

We gaan uit van een prognose van 640 fte vanaf 1 januari 2024 aan medewerkers met een provinciaal vast dienstverband, voor de uitvoering van structurele taken per 1 januari 2023*). De verwachte vaste bezetting bedraagt op peildatum 1 januari 2024 volgens de huidige inzichten 733 fte. Deze vaste bezetting wordt deels ingezet op tijdelijke werkzaamheden waarvan de verwachting is dat deze langjarig nodig zijn, bijvoorbeeld op de grote ruimtelijke opgaven. Verder hebben wij een aantal fte in dienst , die geen onderdeel uitmaakt van de prognose van 640 fte waaronder bijvoorbeeld de inzet voor het Waddenfonds. 

Daarnaast zien we dat we te maken hebben met stijgende inhuurtarieven en een krappe arbeidsmarkt, waardoor ook de afweging in beeld komt om juist medewerkers vast aan te nemen, met als gevolg een daling van de inhuur. In de wetenschap dat de arbeidsmarkt ook de mogelijkheid biedt dat medewerkers ook weer makkelijk kunnen uitstromen als dat nodig is. Zoals gezegd vindt de stijging van het aantal medewerkers met een vast provinciaal dienstverband vooral plaats rond de grote ruimtelijke opgaven, waarvan we weten dat daar de komende jaren een grote behoefte zal zijn aan personeel.

*) De genoemde 640 fte is gebaseerd op het provinciale takenpakket zoals dat in beeld is gebracht en voorgelegd aan Provinciale Staten in juni 2022 (Notities Zero Based Budgetting -ZBB-  en de benchmark provincies -Cebeon-.  Bijvoorbeeld het FPLG kan dit aantal beïnvloeden waardoor een herijking te zijner tijd nodig zal zijn.

 

Programma O&O (organisatie-ontwikkeling) en de uitvoering van het HR-beleid

Terug naar navigatie - Programma O&O (organisatie-ontwikkeling) en de uitvoering van het HR-beleid

Programma O&O

De ambitie van de organisatie is optimaal bij te dragen aan de realisatie van maatschappelijke opgaven en de realisatie van de ambities van het provinciaal bestuur. Binnen de organisatie is al een transitie gaande om meer wendbaar en in samenwerking met met onze partners te werken aan de opgaven die er zijn.  Hiervoor is in 2022 een programma organisatieontwikkeling O&O gestart. Dit is een participatief proces in de organisatie dat gaat over de organisatiecultuur en structuur. Van 2024 gaat de organisatie werken vanuit een nieuw organisatiemodel. De structuur van de organisatie wordt hiermee vereenvoudigd. Op het gebied van de cultuur in de organisatie wordt programmatisch gewerkt aan thema’s als leiderschap, resultaatgerichtheid, bestuurlijke sensitiviteit etc.

HR beleid

De organisatie werkt gestructureerd en integraal met verschillende HR instrumenten.  We lichten hieronder een aantal van deze instrumenten toe, inclusief acties voor 2024.

Werving en selectie
De ontwikkelingen en tegenwoordige ook krapte op de arbeidsmarkt en de veranderende behoefte aan personeel, maakt dat we als provincie een pro-actievere rol hebben opgepakt op  arbeidsmarktcommunicatie. Er is een nieuwe 'werken-bij-pagina' online en er loopt een succesvolle arbeidsmarktcampagne . Deze initiatieven waren gericht op het aantrekken van nieuwe medewerkers en het tonen van de aantrekkelijkheid van de provincie Fryslân als werkgever. Dit neemt niet weg dat er vakgebieden zijn waar het moeilijk blijft om kwalitatief goed personeel te werven, zoals bijvoorbeeld in de ICT, vakspecialisaties op het gebied van natuur, water, bodem etc). In 2024 monitoren en evalueren we onze inspanningen en zullen voorstellen ontwikkelingen gericht op het binden en behouden van personeel voor de provinciale organisatie. 

Banenafspraak/participatiebanen
Sinds de invoering van de participatiewet (2015) zijn organisaties met meer dan 25 medewerkers in dienst, verplicht om kandidaten uit het doelgroepenregister te plaatsen.  We gaan ervanuit dat voor 2024 het te behalen resultaat uit zal komen op 30 fta (1 fta is 25.5 uur). Vanuit HR wordt de werving, selectie, matching en jobcoaching gecoördineerd.
We willen dit resultaat in 2024 halen, door middel van een duurzame relatie met al geplaatste medewerkers, het 'plaatsen' van nieuwe kandidaten uit het doelgroepenregister en het begeleiden van de organisatie onderdelen waar deze kandidaten worden geplaatst. Er is veel aandacht voor aanpassing van werkzaamheden en begeleiding daar omtrent.

Leren en ontwikkelen
In 2024 is er aandacht voor doorontwikkeling van de moderne overheidsgedachte. Vanuit HR wordt er gekeken naar de wijze van leren en de systemen die daar voor nodig zijn.
Medewerkers en leidinggevende voeren goede gesprekken over inzetbaarheid en maken afspraken over de inzet van het POB/PBDI (persoonlijke budget voor opleiding en duurzame inzetbaarheid) voor huidige en toekomstige werk.

Leiderschaps- en teamontwikkeling
Binnen het organisatie ontwikkeltraject is veel aandacht voor leiderschap en teamontwikkeling

Leiderschap Ontwikkeltraject (LOT) 
In het Leiderschap Ontwikkeltraject worden leidinggevenden ondersteund in hun (nieuwe) veranderde rol. Via intervisie, training en individuele gesprekken worden de leidinggevenden ondersteund. Basis voor het LOT is coachend en inspirerend leiderschap. Kenmerkende eigenschappen of te ontwikkelen eigenschappen voor een leidinggevende hierin zijn onder andere: zelfbewustzijn, duidelijke koers, dicht bij de mens, resultaat-/doelgericht, duidelijk, ontwikkelaar van mensen (continue leren).  
 
B. Team Ontwikkeltraject (TOT) 
Veel werk in de organisatie wordt verricht vanuit teams. Afhankelijk van het soort werk werken deze teams kort of lang met elkaar. Daarnaast blijft de samenstelling van een team gedurende een teamopdracht niet altijd hetzelfde met als gevolg dat het teamvormingsproces (deels) bewust of onbewust opnieuw plaatsvindt.  Inzicht in teamontwikkeling en teamrollen bij alle teamleden is dus van groot belang om effectief en efficiënt samen te werken. Van teamleiders (hiërarchisch en niet-hiërarchisch) wordt verlangd dat zij sturen op houding en gedrag van alle teamleden (inclusief zichzelf) om de fases van teamvorming te kunnen doorlopen. 

Bovenstaande trajecten zijn onderdeel van het programma O&O en hiermee is in 2023 een start gemaakt. In 2024 zullen deze trajecten doorlopen en worden geëvalueerd. 

Traineeprogramma's
Al een aantal jaren wordt succesvol een traineeprogramma uitgevoerd, waarin jaarlijks tien trainees instromen. Afhankelijk van de behoefte wordt er geworden op meer generieke functies als bijvoorbeeld projectleider of op meer vakspecifieke functies.

Nieuw is dat in 2023 is gestart met een traineeprogramma voor statushouders. In 2024 zullen 6 trainees deelnemen aan dit programma.

CAO
In 2024 zal voor het jaar 2024 een nieuwe CAO moeten worden afgesproken. In de begroting gaan we uit van de geraamde prijsindex loonvoet overheid van 5,2%. Als de uitkomst in werkelijkheid sterk afwijkt van deze index, leggen we dit voor aan Provinciale Staten in de berap 2024 of bij de decemberwijziging 2024. 

Ziekteverzuim

We willen dat iedereen binnen de provinciale organisatie zich fit en gezond voelt, maar er zal altijd sprake zijn van ziekteverzuim. Wij richten ons op een ziekteverzuim van maximaal 4,5%. Na corona zien we dat het ziekteverzuimpercentage hoger ligt. Het 12 maandsvoortschrijdend ziekteverzuim tot en met mei 2023 is 5,9%. Oorzaak ligt onder meer in de landelijke en dus ook bij onze medewerkers voorkomend verzuim als gevolg van griep- en corona golven.
in 2024 zullen we in een gezamenlijke inspanning van medewerkers en management, daarbij ondersteund door adviezen van onze bedrijfsarts, ons richten om het verzuim terug te brengen. 

Het programma Digitale Transformatie

Terug naar navigatie - Het programma Digitale Transformatie

Digitalisering en automatisering vormen een belangrijk instrument om de dienstverlening en bedrijfsvoering verder te optimaliseren. Belangrijke doelen hierbij zijn efficiëntere en kwalitatief hoogwaardige dienstverlening en een organisatie brede en integrale benadering van de informatievoorziening waarmee data gedreven initiatieven kunnen worden geïnitieerd en gefaciliteerd.  

De huidige informatiehuishouding blijft te ver achter bij de vraag vanuit de organisatie en is niet in staat snel in te spelen op externe (maatschappelijke) ontwikkelingen. Om te kunnen blijven voldoen aan de minimaal geldende normen op het gebied van digitale dienstverlening en kader stellende wettelijke verplichtingen is een modernisering van de informatiehuishouding noodzakelijk.  

Om hier verandering in te brengen hebben Provinciale Staten in de begroting 2023 €10,4 miljoen ter beschikking gesteld voor 2023 – 2026. Dit investeringsbedrag is gebaseerd om op cruciale onderdelen de informatievoorziening te moderniseren. Onderdelen van de te realiseren voorzieningen kennen een generiek karakter en worden als zodanig ook ingericht om hiermee organisatie-brede functionaliteit zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk te maken.  De programmatische uitvoering is gestart in 2023 met een eerste set van deelprogramma’s,  de verdere uitwerking van het programmaplan voor de periode 2024 en later wordt per jaar iteratief vastgesteld en uitgelijnd.  

Het programma Digitale Transformatie bestaat uit de volgende twee hoofddoelstellingen:

Doelstelling 1: 
Met digitalisering, data en/of innovatie direct en indirect leveren van publieke waarde door:

  • Impuls geven aan maatschappelijke vraagstukken en met digitale ondersteuning/oplossingen opgaven helpen realiseren
  • Realiseren van adaptieve beleidsontwikkeling, beter beleid, advies, besluitvorming door datagedreven werken. Excellente informatiepositie (provincie als dé informatieautoriteit als het gaat om geïntegreerde ruimtelijk-economische informatie)
  • Versterken van vertrouwen in provincie en deze zien als intelligente, betrouwbare, laagdrempelige partij; voldoen aan wetgeving die opkomt voor de rechten van burgers, democratisering van technologie, verbeteren dienstverlening (mienskip op 1), burgerparticipatie, vergroten betrokkenheid burgers
  • Realiseren van efficiënte bedrijfsvoering, door uitvoerende taken slimmer, beter en goedkoper uitvoeren 

Doelstelling 2: 
De randvoorwaarden creëren voor stabiele, duurzame en toekomstgerichte informatievoorziening:

  • Verhogen vakmanschap ambtenaar en organisatie - hogere digitale volwassenheid ambtenaar, vergroten adaptief en wendbaar vermogen: kunnen anticiperen op effecten digitalisering, leveren tools
  • Digitalisering in het hart van organisatiebeleid – aanjagen digitale transformatie; Digitalisering, data, innovatie, informatie structureel opgenomen in afdelings- en opgaven-jaarplannen; faciliteren strategische besluitvorming
  • Wendbare IT- en data-huishouding – basis op orde; professionele, schaalbare en volwassen inrichting van de IV-keten; voldoen aan normenkader wet- & regelgeving
  • Innovatie als vakgebied verankerd in organisatie – opschalen innovatie naar publieke waarde, innovatie verdient zichzelf terug; innovatief denken in DNA van de organisatie; gestructureerd en ondersteund innovatieproces
  • Netwerk-samenwerking - werken als 1 overheid, aangaan samenwerkingsverbanden (samenwerkingspartners binnen overheid, onderwijs en bedrijfsleven)

Naast deze projectgelden is in het bestuursakkoord € 2 miljoen structureel per jaar beschikbaar gesteld om de basis informatiehuishouding op orde te houden.

De rechtmatige organisatie

Terug naar navigatie - De rechtmatige organisatie

Het jaar 2023 is het eerste jaar waarin de rechtmatigheidsverantwoording een feit is. De Provinciewet is gewijzigd, maar het wachten is nog op de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording door wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO). 

De commissie BBV heeft een standaardtekst opgesteld voor de rechtmatigheidsverantwoording, die straks een onderdeel vormt van de jaarrekening. Het voltallige college ondertekent de rechtmatigheidsverantwoording welke door Concerncontrol wordt voorbereid. 

Naast het opnemen van de rechtmatigheidsverantwoording kan het college in de bedrijfsvoeringsparagraaf het ‘eigen verhaal’ aan Provinciale Staten vertellen, over de kwaliteit van de interne beheersing en de leer- en verbeterpunten. Deze paragraaf is geen onderdeel van de jaarrekening, en de accountant toetst deze dan ook anders dan de rechtmatigheidsverantwoording. 

Het jaar 2022 is als pilot gebruikt op basis waarvan de gewenste inhoud van de bedrijfsvoeringsparagraaf voor de jaarrekening 2024 verder wordt vormgegeven.

Ten slotte wordt in het kader van de aanpassing van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO) een wijziging voorgesteld van de materialiteit waarmee de accountant de jaarrekening controleert.  Dit staat op zich los van de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording als zodanig, maar kan daar wel van invloed op zijn. Het voornemen is om de materialiteit te bepalen op twee procent van de omvangsbasis, waarbij de goedkeuringstolerantie de som van de fouten en onzekerheden betreft. De omvangsbasis is gelijk aan de totale lasten van de provincie, exclusief de dotaties van de reserves. Om een te grote belasting van provincies te voorkomen, zal worden bezien of de veranderingen voor wat betreft de materialiteit, niet op een ander moment van kracht moeten worden dan de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording.

De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken

Terug naar navigatie - De herinrichting van het provinciehuis en het hybride werken

Onze huisvestingsambitie is om een gastvrije, flexibele, inspirerende werk- en ontmoetingsomgeving te bieden die past bij onze organisatie. We richten ons niet alleen op de interne gebruikers, maar vooral ook op de directe verbinding met de mienskip. De huisvesting draagt bij aan het optimaal samenwerken aan de opgaven voor Fryslân.

Het jaar 2023 is gebruikt om te experimenteren op verschillende werkvleugels met het activiteit gerelateerd werken. Daarnaast is er meer ruimte gecreëerd om teams projectmatig te kunnen laten samenwerken. Vooruitlopend op een verdere uitrol van het activiteit gerelateerd werken, transformeren we de vierde verdieping, het hart van het provinciehuis, tot samenwerkingsgebied gecombineerd met faciliteiten die benodigd zijn om optimaal met interne en externe samenwerkingspartners te kunnen samenwerken. 

De verdere uitrol van het activiteit gerelateerd werken laten we parallel lopen met de uitvoering van het organisatieontwikkeltraject. 

Eind 2024 is naar verwachting het provinciehuis ingericht volgens het principe “activiteitgericht werken”. Hierbij is ruimte voor meer samenwerking met externe partijen, en worden creatieve processen en innovatie optimaal gefaciliteerd.

De Energie-neutrale organisatie

Terug naar navigatie - De Energie-neutrale organisatie

Energieneutraliteit betekent dat er, over het jaar heen, evenveel energie wordt opgewekt als verbruikt door een organisatie. Om energieneutraliteit binnen de provinciale organisatie te realiseren wordt er ingezet op energiebesparing en opwek van hernieuwbare energie. De doelstelling om energieneutraal te zijn staat niet op zichzelf. Provinciale Staten hebben het doel om in 2025 als organisatie energieneutraal te zijn vastgesteld in de beleidsbrief Duurzame Energie in 2016. In het Energieprogramma 2022-2025 (vastgesteld door Gedeputeerde Staten in 2022) is dit doel overgenomen.

Hiernaast zijn de doelstellingen uit het Energieakkoord (2013) en het Klimaatakkoord (2019) van toepassing. Provinciale Staten hebben in 2019 ingestemd met het Klimaatakkoord. Hierin is o.a. opgenomen dat provincies hun vastgoed CO2 arm maken. Binnen IPO-verband is afgesproken dat provincies dit voor 2028 doen. Als organisatie is de Provincie Fryslân ook verplicht om te voldoen aan de Wet milieubeheer en de afspraken uit het Europese Energy Efficiency Directive.

Het uitvoeringsproject is gericht op energiebesparing in de provinciale kantoorgebouwen door onder meer het nemen van isolerende maatregelen en plaatsing van energiezuinige installaties en de verdere elektrificatie van het wagenpark (implementatieplan energieneutrale organisatie okt. 2021) en is daarnaast gericht op opwek van hernieuwbare energie door onder andere het plaatsen van zonnepanelen op provinciale gronden en de productie van lokaal groen gas uit eigen bermmaaisel. 

In 2024 wordt het monumentale deel van het Provinsjehûs voorzien van isolerende beglazing en worden de resterende provinciale (vaar)wegensteunpunten verduurzaamd door het nemen van isolerende maatregelen, het vervangen van verlichting en de warmtevoorziening en het plaatsen van zonnepanelen op de daken.  

Voor wat betreft de opwek van hernieuwbare energie op eigen gronden hebben we een concrete locatie voor zonne-energie gevonden. Welke in 2024 wordt uitgewerkt naar een concreet voorstel (ter besluitvorming PS) die nodig is om de doelstelling van energieneutraliteit in 2025 te behalen.

Naast de energieneutrale doelstelling voor de eigen organisatie heeft de Provincie Fryslân zich ook gecommitteerd aan een Europese CO2-reductiedoelstelling (55% reductie in 2030). Verwachting is dat het project energieneutrale organisatie ook een zeer concrete bijdrage in CO2-reductie gaat opleveren voor de Friese provinciale organisatie.

Wetgeving

Terug naar navigatie - Wetgeving

In 2022 is het programma Iepen Finster gestart. Onderdeel hiervan is de implementatie van de Wet open overheid (Woo). Er is een contactpersoon Woo aangewezen en er is een nieuw centraal Woo team geformeerd. 
Het Woo team focust zich op de professionalisering van het informatieverzoek proces en is gestart met de actieve publicatie van de Woo verzoeken. Hiervoor is in 2023 een nieuwe subsite live gegaan. We bereiden ons voor op de publicatie van de overige informatie categorieën. 
Om de informatieverhuishouding te verbeteren zijn we onder meer gestart met het opstellen van een richtlijn  informatieclassificatie en een pilot om deze in praktijk te testen. Dit zal de terugvindbaarheid van informatie gaan bevorderen.

Fraude en onregelmatigheden

Terug naar navigatie - Fraude en onregelmatigheden

Eind 2022 is een start gemaakt met een frauderisico analyse. 2023 is gebruikt om deze analyse nader uit te werken en in 2024 zal de ingeslagen weg verder worden vervolgd met het opstellen van een frauderesponseplan. Daarnaast  zetten we in op het verbeteren van het risicomanagement door risicosessies te organiseren binnen de verschillende domeinen en het formuleren van beheersmaatregelen bij onder andere frauderisico’s.