Programma 3: Omgeving

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een mooi Fryslân willen we zijn, waarin het kenmerkende Friese Landschap een fundament is voor leefbaarheid, biodiversiteit, recreatie, landbouw en zo mogelijk ook voor andere opgaven. 

Om deze ambities te kunnen realiseren moet de basis op orde zijn. De Friese ruimte heeft veel kwaliteiten die we willen behouden en versterken. Dat moet op een slimme manier gebeuren: niet door verandering tegen te houden maar door gewenste nieuwe ontwikkelingen te laten aansluiten bij bestaande kwaliteiten. Om deze kwaliteiten op orde te hebben en te houden, voeren we onze wettelijke taken uit en nemen we de verantwoordelijkheid die we als provincie hebben. Voor de bestaande kwaliteit zien we een aantal doelstellingen, waaronder een duurzame landbouw, het beschermen en ontwikkelen van natuur, behoud en versterken van kwaliteiten landschap, verbeteren en schoonhouden van milieu en de kwaliteit en kwantiteit van het (grond)water zijn op peil. 

Daarnaast zijn vanuit de samenleving in de Omgevingsvisie vier urgente opgaven benoemd, namelijk:

  • Fryslân houdt de leefomgeving vitaal, leefbaar en bereikbaar;
  • Fryslân zet de energietransitie met kracht voort;
  • Fryslân wordt klimaat-adaptief ingericht;
  • Fryslân versterkt de biodiversiteit.

Deze opgaven zijn groot, onderling verbonden en ze raken de hele provincie. De opgaven vragen om een integrale en gezamenlijke aanpak en krijgen de komende jaren vorm en betekenis samen met onze partners in onze provincie. 

Wat betekenen deze urgente opgaven? 
Biodiversiteit is van groot belang voor gezonde bodems, schoon water, schone lucht, bestuivers voor voedselgewassen, natuurlijke weerstand tegen ziekten en plagen en veerkracht bij het opvangen van klimaatverandering. Kortom, de natuur is de basis van ons bestaan én onze economie. Als het niet goed gaat met onze biodiversiteit, dan heeft dat gevolgen voor ons welzijn en onze welvaart. Kunnen we straks nog voldoende gezond voedsel produceren? Is er nog natuur om de gevolgen van klimaatverandering te verzachten? Alle belang om ambities te formuleren die bijdragen aan een toekomstbestendig landelijk gebied. 

Ten aanzien van de energietransitie is het doel om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen en van fossiele brandstoffen af te gaan. Daarbij is aandacht voor deze duurzaamheidsdoelstellingen en ruimtegebruik. 

Door verandering van het klimaat zien we een zeespiegelstijging en weersextremen die zorgen voor overlast en schade en bedreigen onze veiligheid. Vandaar dat dit een urgente opgave is. Het doel is om Fryslân klimaatbestendig in te richten en mee te laten bewegen met de veranderingen in het klimaat. 
Het leefbaar houden van de omgeving gaat onder meer over dat de leefomgeving bijdraagt aan de gezondheid van mensen en voor iedereen toegankelijk is. Een aantrekkelijk landschap en mooie natuur in de omgeving draagt hieraan bij. 

Naast de urgente opgaven in de Omgevingsvisie is ook de stikstofaanpak urgent. Deze wordt komende jaren vorm gegeven via het Nationaal Programma Landelijk Gebied, een programma onder de Nationale Omgevingsvisie. Naast de aanpak van stikstof worden hierin de landelijke en provinciale doelen t.a.v. klimaat, water en natuur opgenomen. Essentie is dat landelijk de kwaliteit van de natuur moet worden verbeterd, het watersysteem robuuster en gezonder moet worden gemaakt en op weg naar een klimaatneutraal landelijk gebied. 
Een forse inzet op natuurherstel en -behoud is ook nodig om zo ruimte te creëren voor duurzame economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarnaast geldt dat Nederland zich op meerdere terreinen Europees en internationaal verplicht heeft aan diverse natuur-, water- en klimaatdoelstellingen. Dit alles moet gebeuren in samenhang met een toekomstbestendige ontwikkeling van de landbouw. Grote opgaven waar we de komende jaren mee aan de slag gaan. 

Vastgestelde beleidsnotities

Terug naar navigatie - Vastgestelde beleidsnotities

Natuur en Landschap

Landbouw

Veenweide

Water en Milieu*

Energietransitie

 

*Zie beleidsveld 3.4 Water en Milieu onderdeel VTH Milieu en Natuur voor het provinciaal VTH uitvoeringskader Milieu en Natuur

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen
  • Fryske Útfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO), Grou
  • Fûns Fryske Skjinne Enerzjy (FSFE), Leeuwarden
  • Fonds Nazorg Stortplaatsen
  • Stichting Nazorg Ouwsterhaule
  • Samenwerkingsovereenkomst Waddenglas
  • Samenwerkingsovereenkomst Omgevingsdienst Groningen (ODG) Brzo Noord, Veendam

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Lasten en baten programma 3 Omgeving
Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 89.317 172.834 104.388 92.265 92.937 84.799
Totaal baten 14.212 49.063 20.760 22.740 16.278 4.097
Saldo van lasten en baten 75.105 123.772 83.629 69.524 76.659 80.702

Toelichting

De toelichting op de grootste verschillen tussen de jaren staat bij de afzonderlijke beleidsvelden.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Beleidsveld Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
3.1 Natuur en landschap 55.965 103.296 83.591 75.108 76.333 69.934
3.2 Landbouw 3.833 14.837 1.483 10 9 9
3.3 Veenweide 7.206 29.538 3.850 3.300 3.000 2.843
3.4 Water en milieu 13.573 18.296 14.122 12.572 11.842 11.601
3.5 Energietransitie 8.741 6.867 1.342 1.275 1.753 412
Totaal lasten 89.317 172.834 104.388 92.265 92.937 84.799
Baten
3.1 Natuur en landschap 7.284 20.741 18.360 21.023 14.992 3.161
3.2 Landbouw 1.085 392 15 12 11 0
3.3 Veenweide 2.237 26.233 850 300 0 0
3.4 Water en milieu 2.388 1.275 1.535 1.405 1.275 936
3.5 Energietransitie 1.218 423 0 0 0 0
Totaal baten 14.212 49.063 20.760 22.740 16.278 4.097
Saldo van lasten en baten 75.105 123.772 83.629 69.524 76.659 80.702

Beleidsveld 3.1. Natuur en landschap

Onze Ambities voor het landelijk gebied

Terug naar navigatie - Onze Ambities voor het landelijk gebied

Een toekomstbestendig landelijk gebied betekent dat we onze unieke natuur willen beschermen, de kwaliteiten van het landschap willen versterken, het verlies van biodiversiteit willen herstellen en perspectief willen bieden aan de agrarische sector. In essentie zijn dat onze hoofdambities voor de komende jaren. 

Daarnaast werkt het herstel en bevorderen van de biodiversiteit en een toekomstbestendige natuurinclusieve kringlandbouw ook aan een houdbare vergunningverlening. Dit betekent dat kan worden aangetoond dat al het noodzakelijke wordt gedaan om verslechtering van natuurkwaliteit te voorkomen. Tot slot willen we ook soorten in stand houden en de schade beperken. 

Wat zien we in beleidsveld natuur

Terug naar navigatie - Wat zien we in beleidsveld natuur

Externe ontwikkelingen
Het landelijk gebied staat aan de vooravond van grote veranderingen. Natuur, biodiversiteit, landschap en de waterkwaliteit staan onder druk, en het klimaat verandert. Met de uitspraak van de Raad van state over de PAS is de urgente opgave van het stikstofprobleem benadrukt. De stikstofbelasting zorgt voor vermesting en verzuring en vormt in Nederland een belangrijke oorzaak van biodiversiteitsverlies.

Nationaal Programma Landelijk Gebied
Om landelijk aan de Europese verplichtingen te voldoen wordt een Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) opgezet. Het wil vanuit een samenhangende aanpak de Europese verplichtingen op terrein van natuur (inclusief stikstofreductie), water en klimaat realiseren.  Voor de doelen in het NPLG die samenhangen met emissie en depositie van onder meer stikstof en broeikasgassen ligt de focus op landbouw. Vanuit het NPLG wordt gesteld dat de landbouw als belangrijkste ruimtegebruiker en emissiebron in het landelijk gebied een grote bijdrage heeft te leveren aan de te realiseren Europese doelen. Vandaar dat samen met de landbouwsector wordt toegewerkt naar een toekomstbestendig natuurinclusieve landbouw. 

Natuurnetwerk Nederland
Intussen wordt gewerkt aan de afspraken die gemaakt zijn tussen Rijk en Provincies over de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Deze afspraken zijn in 2014 vastgelegd in het Natuurpact. Friesland heeft conform de zevende Voortgangsrapportage Natuur nog een resterende opgave van 3.961 ha vanaf 1 januari 2021 om te realiseren. Dit is ca. 51% van de totale opgave. Na realisatie van deze hectares is de ambitie van het NNN gereed. Gelet op de beschikbaarheid van geld, menskracht en beschikbaar instrumentarium is gebleken dat niet zonder meer het gehele NNN kan worden gerealiseerd. Vooral het verkrijgen van de benodigde grond dan wel het geïnteresseerd krijgen van grondeigenaren voor natuurbeheer is een cruciale factor voor het slagen van de ambities. En natuurlijk moeten voldoende middelen voorhanden zijn. 
Landelijk is de restopgave voor het NNN nog 35.000 ha. Vandaar dat provincies gezamenlijk een versnellingsagenda voorbereiden en deze bespreken met het Rijk. 

Agenda natuurinclusief
Tegelijkertijd zien we het belang van natuur en biodiversiteit toenemen. Gedurende de periode van het coronavirus in Nederland nam de belangstelling voor recreatie in de natuur enorm toe. Ook zien we het belang van groen in nabije omgeving steeds meer toenemen in het kader van voorkomen van hittestress, het voorkomen van wateroverlast, en gezondheid in het algemeen. Het Rijk zet dan ook samen met andere overheden, bedrijven, instellingen en burgers samen in op een Agenda Natuurinclusief, die toewerkt naar een natuurinclusieve samenleving. Dit wil zeggen dat in alle delen van de samenleving schade aan natuur wordt voorkomen én de mogelijkheden van natuur benutten. 

N2000
Natura 2000 is opgericht om de achteruitgang van de biodiversiteit in Europa te stoppen. Via Natura 2000 (N2000) wordt invulling gegeven aan de gebiedsgerichte onderdelen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Doel daarvan is om de beschermde soorten en habitattypen landelijk in een “gunstige staat van instandhouding” te houden en waar nodig te brengen. 

Het huidige Nederlandse N2000 doelensysteem omvat het landelijke beleid, de aanwijzingsbesluiten en de beheerplannen voor de gebieden. Dit systeem is de afgelopen periode geëvalueerd, met als uitkomst dat er wensen én mogelijkheden zijn om het N2000 doelensysteem te verbeteren via een actualisatie. Inzet hiervan is dat de implementatie van de natuurrichtlijnen effectiever en efficiënter wordt, waarbij de focus ligt op:

  1. doelen efficiënter behalen, 
  2. procedures eenvoudiger doorlopen, en
  3. verbeteren van synergie met andere beleidsopgaven

Komend jaar wordt verder hieraan gewerkt waarbij het Rijk voortouwnemer is van deze Actualisatie. 

Nationale Parken
Nederland telt 21 Nationale Parken. Vier daarvan liggen (geheel of gedeeltelijk) in Fryslân: NP Schiermonnikoog, NP Lauwersmeer, NP Drents-Friese Wold en NP De Âlde Feanen. In 2015 is een landelijk manifest getekend over de doorontwikkeling van Nationale Parken. Momenteel zijn alle Nationale Parken aan het onderzoeken of en op welke wijze zij die doorontwikkeling voor zich zien. Op basis van de uitkomsten van de onderzoeken worden de vervolgstappen bepaald. 

(Agrarisch) natuurbeheer
De provincie voert, in afstemming de natuurbeheerders en de agrarische sector, de regie op het natuurbeheer binnen en buiten het Natuurnetwerk (NNN). Daarnaast zorgt de provincie voor de implementatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de provincie door het geven van o.a. voorlichting over de wijzigingen in het nieuwe GLB. 

Soortenbeleid
Van de soorten zijn de kaders duidelijk of worden duidelijk op het moment dat PS daar een besluit over gaat nemen en daarna de financiering wordt of is geregeld. Zo is het exotenbeleid in december jl. vastgesteld en staat het ganzenbeleid voor 2023 op de planning. De weidevogels financieren we uit bestaande middelen waarbij aandacht voor het grutto aanvalsplan. 

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
De provincies zijn verantwoordelijk voor het beheer en de ontwikkeling van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de meeste Natura 2000-gebieden, het agrarisch natuurbeheer en het soortenbeleid. Op het terrein van natuur zijn veel provinciale taken wettelijk vastgelegd en overwegend verplicht. Hieronder vallen onder meer vergunningverlening, verlenen van ontheffingen en vrijstellingen, het aansturen van faunabeheer- en wildbeheereenheden. Ook dient de provincie te beschikken over een natuurvisie en beheerplannen voor de Natura 2000 gebieden. Maar de doelstellingen zijn vaak globaal en daarbinnen hebben we als provincie enige beleidsvrijheid. Op een aantal thema’s heeft de provincie verordenende bevoegdheden.
Het landschapsbeleid is niet langer een rijkstaak (op belangrijke open ruimtes als de Waddenzee na) maar is een autonome bevoegdheid van de provincies geworden. In de Omgevingswet staat dat provincies de belangen van onder meer cultuurlandschap en beschermde stads- en dorpsgezichten afwegen in de fysieke leefomgeving.

Rolvrijheid
Veel van de provinciale taken op dit veld bevinden zich dan wel in het kwadrant rechtmatige overheid (vergunningverlening, ontheffingen, toezicht) dan wel dat van de presterende overheid (aankoop, aanleggen en beheer van natuur). Echter, de keuzevrijheid die de provincie heeft in het kiezen van maatregelen voor het voldoen aan de afspraken in het Natuurpact leidt tot enige rolvrijheid. Accenten kunnen worden verlegd in bij welk kwadrant het zwaartepunt ligt en ook binnen kwadranten. Zo zou er voor kunnen worden gekozen het instrumentarium van de rechtmatige overheid dwingender in te zetten voor bijvoorbeeld de stikstofproblematiek of aanleg van natuur. Ten aanzien van de ganzenproblematiek hebben we zelfs veel rolvrijheid.
Op het gebied van natuur neemt de rolvrijheid in de loop der tijd af: als het gaat om begrenzing, aankoop en aanleg beschikken we als provincie over meer vrijheid dan in de beheerfase, waar we gebonden zijn aan landelijke standaardpakketten. Omdat in de loop der tijd, naarmate meer natuur is verworven en ingericht, het zwaartepunt naar beheer zal verschuiven, neemt onze rolvrijheid dus gestaag af.
Bij de autonome taak landschap is onze rolvrijheid groot. Of we al dan niet (apart) beleid formuleren op dit punt, als instrumenten geld, inspiratie, kennis en/of andere zaken inzetten is geheel aan ons. 
Daarnaast is een toename gaande op dit veld van activiteiten als samenwerkende of responsieve overheid. Het voorbeeld hiervan is natuurlijk de experimentele samenwerking binnen Natuer mei de Mienskip. Maar niet alleen daar. De provinciale rol bij het nieuwe programma natuur, bedoeld om de stikstofuitstoot aan te pakken, zal meer coördinerend zijn in vergelijking met de vooral uitvoerende rol in het natuurpact.  Ook is voorzien dat de provincie straks ‘regievoerder’ zal zijn op de randzones rondom natuur. In een reeks aan gebiedsprocessen wordt door het combineren van doelen en middelen geprobeerd op meerdere beleidsvelden vooruitgang te boeken. Dat leidt ook tot meer samenwerking, met partijen die op die andere beleidsvelden (recreatie en toerisme, duurzaamheid, …) een rol spelen. Het combineren van middelen maakt in ieder geval in theorie het realiseren van meer natuur mogelijk.

 

 

Budgetvrijheid
De structurele budgetten zijn grotendeels voor de wettelijke taken op het gebied van de wet natuurbescherming en de natuurpact middelen. Onder de overeenkomsten vallen de bijdrage aan het IPO voor de kerntaak vitaal platteland en natuur, wadlopen en het POP project Fluessen en Morra.  De beleidsmatige belegde budgetten betreffen de boekjaarsubsidies binnen dit beleidsveld.
Bij de tijdelijke budgetten vallen onder overeenkomsten de vismigratierivier bij de nieuw afsluitdijk, rente/aflossing lening groenfonds, specifieke uitkeringen waaronder programma natuur, Life projecten weidevogels en de gebiedsontwikkeling Franekeradeel-Harlingen. Beleidsmatig belegd zijn budgetten voor diverse IKW/Waddenfonds projecten, cofinanciering Life projecten weidevogels en uitvoeringskosten POP3. 
Er is nog budgetvrijheid bij de structurele budgetten weidevogels (€ 0,18 mln) en diverse kleine budgetten op het gebied van natuur/landschap (€ 0,1 mln). 
Bij de tijdelijke budgetten is nog budgetvrijheid bij weidevogels (€ 1,6 mln), biodiversiteit (€ 1,3 mln), weidevogels predatiebeheer (€ 0,3 mln), programmateam stikstof (€ 0,3 mln), opkoop- en beëindigingsregeling (€ 0,3 mln) en vergroenen schoolpleinen (€ 0,2 mln). 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 3.1.

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 3.1.
  1. We willen naar een natuur-inclusieve samenleving waaraan iedereen een bijdrage levert en het fijn wonen, werken en leven is.
  2. In het kader van het herstellen en bevorderen van de biodiversiteit willen we:
    • De basiskwaliteit en samenhang van leefgebieden herstellen (de basis op orde: Natuurnetwerk Nederland (NNN), Natura 2000, Agrarisch Natuurbeheer, weidevogelkerngebieden, voldoende water, schoon water (N, P, inrichting en beheer afgestemd op biodiversiteit) lucht (N) en een gezonde bodem).
    • De verbinding versterken tussen economie en natuur en landbouw (natuurinclusieve landbouw, circulaire economie, recreatie, beheer infrastructuur).
    • De bewustwording in de samenleving versterken (betrokkenheid bij leefomgeving, actieve inzet, monitoring, samenwerking, via cultuur) 
    • Natuurinclusief ontwerpen bij nieuwe projecten, koppelen van opgaven, en een gebiedsgerichte aanpak.
  3. We willen voorkomende soorten in stand houden en kwetsbare soorten beschermen.
  4. Een ombuiging van de neerwaartse trend in een opwaartse trend van weidevogels, met als inzet stabilisatie en groei van de weidevogelpopulaties: 10.000 broedparen Grutto in 2030
  5. Het duurzaam in stand houden van de internationaal beschermde ganzenpopulaties.
  6. We willen de schade van overlast gevende soorten beperken, waaronder het jaarlijks verlagen van de vraatschade van met name winterganzen.

Doel indicatoren

Ambitie Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie 1. Herstel en bevorderen van de biodiversiteit

Het aantal Soorten van Fries Belang die bedreigd zijn, neemt af.

20% afname in 2026

Aantal ha nieuwe natuur functiewijziging 750 hectare in 2027
Aantal ha nieuwe natuur ingericht 2.000 hectare in 2027
Groei aantal ha natuur in gesubsidieerd beheer SNL 2.000 ha t/m 2027

Groei aantal ha natuur in gesubsidieerd beheer ANLB uitgesplitst in:

Optimalisatie en uitbreiding
Aanvalsplan Grutto
KRW Water

23.500 ha t/m 2027, uitgesplitst in:

14.000
2.000
7.500

Ambitie 2. Soorten in stand houden en de schade beperken 

Aantal broedparen grutto

10.000 broedparen in 2030

Aantal robuuste weidevogelplusgebieden (Aanvalsplan Grutto)

14 weidvogelplusgebieden in 2027

Ganzenschade

5 – 10% minder ganzenschade

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Programma Stikstof

Wat zien we in programma Stikstof

Terug naar navigatie - Wat zien we in programma Stikstof

Landelijk wordt ingezet op het terugdringen van de stikstofneerslag om op die manier de natuur te versterken en economische ontwikkeling mogelijk te maken. Sinds de uitspraak van de Raad van State in 2019 dat de PAS niet meer mag worden gebruikt voor vergunningverlening, heeft het Rijk samen met of in overleg met de provincies al meerdere stappen gezet. Zo is in de WNB is vastgelegd dat de PAS-melders in 2025 gelegaliseerd zijn, onder verantwoordelijkheid van het Rijk. En heeft het vorige kabinet met de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) een basis gelegd voor de structurele stikstofaanpak met concrete doelen voor 2030 en 2035. In 2050 is het de bedoeling dat het VHR-doelbereik 100% is. Verder schrijft deze wet schrijft voor dat de minister voor Natuur en Stikstof een programma vaststelt om de doelen voor stikstofreductie te bereiken en de natuur te verbeteren. Hiervoor is een ontwerpprogramma opgesteld, het programma Stikstofreductie en Natuurverbetering. Op basis van dit programma wordt uitvoering gegeven aan de stikstofproblematiek.
 
Wij hechten als Fryslân waarde aan onze eigen stikstofaanpak. Het Rijk bepaalt de doelen (‘het wat’), de provincie gaat over de invulling en uitwerking (‘het hoe’). Op 14 juni 2022 hebben wij een brief gestuurd aan de minister van Natuur en Stikstof, met daarin onze visie op de stikstofaanpak. Wij staan voor het Friese Uitvoeringsprogramma Stikstof, dat in mei 2022 door PS is geaccordeerd. In dit uitvoeringsprogramma wordt gestreefd naar een generieke reductie van 25% in alle sectoren en aanvullend maatregelen in specifieke gebieden via een gebiedsgerichte aanpak. Zo wordt invulling gegeven aan de doelen uit de Wsn en in het UPS. Wij werken vanuit herstel van stikstofgevoelige natuurgebieden, reductie van uitstoot van stikstof en toekomstperspectief voor de landbouw. Uit de gebiedsanalyses 2021 komt naar voeren dat voor elf Natura 2000-gebieden de kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Het gevolg hiervan is dat momenteel geen of weinig extra stikstofuitstoot is toegestaan en vergunningverlening voor economische- en maatschappelijke ontwikkelingen nauwelijks meer mogelijk is. In de komende jaren wordt met het uitvoeringsprogramma natuur sterk ingezet op herstel en reductie van de stikstofneerslag in de deze stikstofgevoelige gebieden. Met een gebiedsgerichte aanpak in de randzones van natuurgebieden wordt  gezocht naar verdere natuurverbetering en stikstofreductie In het provinciaal gebiedsplan wordt deze aanpak verder uitgewerkt. Een belangrijk onderdeel van het gebiedsplan is de sociaal- economische impact analyse. In juli 2023 moet het gebiedsplan worden ingediend bij het Rijk.  

Onze ambities zijn dat stikstofgevoelige natuurgebieden hersteld en robuust zijn en dat de uitstoot van stikstof duurzaam gereduceerd is. Onze vergunningverlening is vervolgens weer op gang gekomen en kent een duurzame (juridische) basis. Economische- en maatschappelijke ontwikkelingen zijn dan weer mogelijk. Onze stikstofdoelen zijn conform het vastgestelde plan van aanpak Stikstof hieronder opgenomen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling Programma Stikstof

Terug naar navigatie - Doelstelling Programma Stikstof
  • Het duurzaam reduceren van de stikstofdepositie in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden, zodanig dat de instandhoudings- en uitbreidingsdoelstelling in deze N2000 gebieden worden gehaald. 
  • Het realiseren van een robuuste en veerkrachtige natuur in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden, zodanig dat deze weerbaarder is tegen de stikstofdepositie.
  • Duurzame economische ontwikkeling, met het zwaartepunt op de zuivelketen binnen de landbouw in Fryslân. Zodanig dat het perspectief van deze ontwikkeling de natuurwaarden niet negatief beïnvloeden. 
  • Houdbare vergunningverlening; Vergunningverlening die juridisch houdbaar is en een basis is voor een gezonde economische ontwikkeling in Fryslân en mede borgt dat de stikstofdepositie ontwikkeling zodanig is dat de natuur behouden blijft. 

Doel indicatoren

Ambitie Indicator Doelwaarde 2023
Het duurzaam reduceren van de stikstofdepositie in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden.  Het percentage van het areaal waar geen sprake is van overschrijding van de KDW, in stikstofgevoelige N2000 gebieden.  50% 2030, 74% 2035
Het realiseren van een robuuste en veerkrachtige natuur in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden.   Percentage afronding herstelmaatregelen uitvoeringsprogramma natuur t/m 2030.  100%  

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Het duurzaam reduceren van de stikstofdepositie in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden.

Percentage afgeronde maatregelen (binnen looptijd 1e Specifieke uitkering) 40%

Het realiseren van een robuuste en veerkrachtige natuur in de 11 stikstofgevoelige N2000 gebieden.

Provinciaal gebiedsplan conform wet Stikstofreductie en Natuurherstel voor de gebiedsgerichte aanpak gereed in de gebieden.

 

Pilot meten en monitoren binnen de gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt en opgestart 

1

 

1

Duurzame economische ontwikkeling, met het zwaartepunt op de zuivelketen binnen de landbouw in Fryslân.

 Stikstofbank/SSRS operationeel
  • aantal doelenbanken opgezet
  • aantal doelenbanken operationeel

Uitvoeren laaghangend fruit pakket

Plan van aanpak generieke stikstofreductie Fryslân 


2
2


100%
Houdbare vergunningverlening en daarmee basis voor een gezonde economische ontwikkeling in Fryslân.  Percentage vergunde PAS melders 25% 2023

 

In paragraaf 9 wordt bij Grote projecten een uitgebreide toelichting gegeven op de voortgang van het uitvoeringsprogramma natuur.

Landschap en ruimtelijke kwaliteit

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

Het landschap en z’n cultuurhistorie, archeologie en de stedenbouw vertellen in 
samenhang het verhaal van Fryslân. Ze vormen een onderdeel van de Friese identiteit 
en geven de provincie een herkenbaar profiel. Het levert een belangrijke bijdrage aan  leefbaarheid, omgevingskwaliteit en biodiversiteit. 

Op verschillende plekken in Fryslân zien we het landschap achteruit gaan. Landschapselementen zoals singels, boomwallen, slotenpatronen, maar ook oude slaperdijken en reliëf raken beschadigd of verdwijnen helemaal. Daarnaast zien we dat urgente opgaven zoals klimaatadaptatie, het verminderen van stikstofdepositie, ruimte voor wonen, de transitie naar hernieuwbare energie, een natuurinclusieve landbouw ruimte vragen en impact hebben op het landschap. En daarmee zien we de noodzaak om bij die ontwikkelingen het kenmerkende Friese Landschap overeind te houden. Wij zijn niet de enigen die dit waarnemen. Onze partners en de burgers van Fryslân gaven tijdens de ontwikkeling van de omgevingsvisie ‘De Romte Diele’ aan dat identiteit één van de belangrijkste waarden is van het Friese landschap.

Ambities:

  1. Behoud herkenbaarheid omgevingskwaliteiten van landschap en cultuurhistorie
  2. Herstel van landschapselementen die de kernkwaliteiten versterken
  3. Landschap en cultuurhistorie als ontwerpbasis voor nieuwe opgaven en ontwikkelingen
  4. Een mooi Fryslân waarin het kenmerkende Friese Landschap een fundament is voor leefbaarheid, biodiversiteit, recreatie, landbouw en zo mogelijk ook voor andere opgaven
  5. Vergroten draagvlak voor het Friese landschap 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling Landschap en ruimtelijke kwaliteit

Terug naar navigatie - Doelstelling Landschap en ruimtelijke kwaliteit
  • De Friese landschapstypen en hun ontstaansgeschiedenis blijven herkenbaar (de basis op orde).
  • Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, en de belangenafweging die hieraan voorafgaat, zijn altijd landschaps-inclusief.
  • Herstel van landschapselementen die de provinciale kernkwaliteiten versterken en het draagvlak voor het Friese landschap vergroten. 

Op dit moment zijn er geen doelindicatoren beschikbaar. Deze zijn onderdeel van het Programma Landschap dat in medio 2023 wordt vastgesteld door GS en PS.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

De Friese landschapstypen en hun ontstaansgeschiedenis blijven herkenbaar (de basis op orde).

Samen met onze partners een programma Landschap opstellen waarin we gezamenlijk uitvoering kunnen geven aan de opgave voor het landschap In 2023 Programma Landschap gereed

Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, en de belangenafweging die hieraan voorafgaat, is altijd landschaps-inclusief.

Samenwerking t.b.v. ruimtelijke kwaliteit via Omgevingstafels

Percentage provinciale projecten met ruimtelijke impact waarover advisering is gedaan.

Percentage gemeentelijke bestemmings/omgevingsplannen met impact voor landschap waarover advisering is gedaan.

Aantal grote gemeentelijke projecten waarover wordt geadviseerd.

 6 Omgevingstafels

100%

100%

20

Herstel van landschapselementen die de provinciale kernkwaliteiten versterken en het draagvlak voor het Friese landschap vergroten.

 Aantal landschapsherstelprojecten in het kader van POP. 3

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?
Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 55.965 103.296 83.591 75.108 76.333 69.934
Totaal baten 7.284 20.741 18.360 21.023 14.992 3.161
Saldo van lasten en baten 48.680 82.556 65.231 54.085 61.341 66.773
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

De begrote lasten voor 2023 betreffen voor het grootste gedeelte de middelen voor het uitvoeren van het Natuurpact (€ 53,7 mln.). Dit zijn onder andere lasten voor de ontwikkelopgave Natuurnetwerk Nederland en natuurbeheer. Onderdeel van dit bedrag is onze bijdrage aan het IPO voor het Faunafonds voor wat betreft ganzenschade (€ 11 mln.). Andere middelen binnen dit programma zijn voor een groot deel bestemd Programma Natuur (€ 10 mln.), De Nieuwe Afsluitdijk – Vismigratierivier (€ 6,5 mln.) en de LIFE-projecten All4Biodiversity en Grassbirds Habbits (€ 1,3 mln.). Verder zijn er tijdelijke budgetten beschikbaar (€ 4,8 mln.) voor o.a. onderwerpen als weidevogels, weidevogels predatie, vergroenen schoolpleinen en biodiversiteit. Deze budgetten eindigen in 2023.
Het verschil tussen de gerealiseerde lasten in 2021 en de begrote lasten vanaf 2022 wordt met name veroorzaakt door een onderbesteding in 2021 op het Natuurpact.

De begrote baten hebben grotendeels betrekking op inkomsten vanuit het Rijk voor Programma Natuur (€ 10 mln.) en voor De Nieuwe Afsluitdijk – Vismigratierivier en bestaan deels uit subsidies en onttrekking uit de hiervoor bestemde reserve. Deze baten voor de vismigratie staan in kasritme vandaar de fluctuatie over de jaren.

Overschotten of tekorten van de Natuurpactmiddelen worden verrekend met de reserve en hierop wordt de programmering van de uitgaven aangepast. Hierdoor kunnen er fluctuaties ontstaan in de cijfers in bovenstaande tabel, zo is er een onderbesteding in 2021. Dit is ook mede de oorzaak dat de lasten in 2022 een stuk hoger zijn. Inzicht in de voortgang over de gehele looptijd wordt gegeven in paragraaf 9 Grote projecten – Uitvoering Natuuropgave. Een andere oorzaak zijn de middelen vanuit het Breed Cofinancieringsbudget in 2022 (€ 7,5 mln. meer t.o.v. 2023).

Onderstaande voorstellen uit de kadernota zijn verwerkt in bovenstaande tabel.

 

Voorstellen kadernota Bedragen x € 1.000
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Lasten
ANLB additioneel cofinanciering 1.100 1.100 1.100 4.900
Grutto aanvalsplan cofinanciering 476 476 677 2.071
Totaal lasten 1.576 1.576 1.777 6.971

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023
Ambitie 1. Herstel en bevorderen van de biodiversiteit

Basis op orde. De Provincie Fryslân geeft het goede voorbeeld. 

2 steunlocaties zijn biodivers ingericht en worden ecologisch beheerd.

Kennis ontwikkelen: beschikbaarheid beoogde kennis 75% van de beoogde kennis staat op het biodiversiteit kennisplatform.
Kennis delen: Friezen zijn zich bewuster van het belang van biodiversiteit en meer geneigd om te zorgen voor flora en fauna.

Biodiversiteitsfestival met 500 bezoekers

Het digitaal loket is operationeel

Verbindingen realiseren: participerende partijen in uitvoering samenhangend beheer Het netwerk van 15 partijen komt 3 keer bij elkaar.
Bewustwording en educatie: publieksbereik 400 scholen
Natuurinclusief: ontwikkeling handelingsperspectief voor natuurinclusief werken Activiteitenplan met fasering is ontwikkeld en quick wins zijn geïmplementeerd
 

Natuurnetwerk Nederland (NNN)

  • Hectares verworven / functiewijziging
  • Hectares ingericht
  • Hectares verkocht
  • Groei hectares in beheer binnen NNN

 

200
300
250
300

Groei aantal ha natuur in gesubsidieerd beheer ANLB uitgesplitst in:

Optimalisatie en uitbreiding
Aanvalsplan Grutto
KRW Water

5,350, uitgesplitst in:

3.150
600
1.600

 

Natura 2000

  • Percentage afgeronde maatregelen (in totaal 258 maatregelen) binnen looptijd 1e beheerplanperiode 
  • Percentage afgeronde stikstofgevoelige maatregelen (totaal 77 maatregelen) binnen looptijd 1e beheerplanperiode
  • Vast te stellen evaluatiedocumenten 1e beheerplanperiode
  • Vast te stellen Natuurdoelanalyses
  • Voor te bereiden beheerplannen 2e beheerplanperiode
  • Vast te stellen beheerplannen 2e beheerplanperiode

 

70%
80%
6
9
10
3 (Friese Meren)

Ambitie 2. Soorten in stand houden en de schade beperken

Weidevogels: Aantal gruttobroedparen

7800

Ganzen: gewasschade in kg droge stof

5 - 10% lager dan het gemiddelde van de voorgaande 2 jaren

Beleidsnotitie Invasieve exoten

Besluit PS in 2023

 

In paragraaf 9 wordt bij Grote projecten een uitgebreide toelichting gegeven op de voortgang van de natuurontwikkeling.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel
Specificatie Exploitatie Ambitie omschrijving Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 8.444 9.569 9.802 9.807 9.502 9.502
Soorten in stand houden en de schade beperken 0 34 35 35 35 35
Ambities stikstof 16 0 0 0 0 0
Ambities landschap 1.440 1.468 1.517 1.517 1.517 1.517
Natuur en landschap overig 50 51 52 52 52 52
Structurele budgetten 9.950 11.122 11.406 11.410 11.105 11.105
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 2.944 5.063 4.448 117 0 0
Ambities stikstof 697 223 100 45 0 0
Ambities landschap 150 0 0 0 0 0
Natuur en landschap overig 1.001 995 290 0 0 0
Tijdelijke budgetten 4.791 6.281 4.838 162 0 0
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 24.804 53.457 42.280 40.668 38.852 42.885
Soorten in stand houden en de schade beperken 12.082 12.306 12.379 12.383 12.589 13.988
Natuur en landschap overig 2.458 6.157 603 0 0 0
Reserves 39.344 71.920 55.262 53.051 51.441 56.873
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 1.070 3.859 1.971 371 371 1.842
Ambities stikstof 699 10.000 10.000 10.000 13.302 0
Natuur en landschap overig 110 114 114 114 114 114
Overlopende Passiva 1.879 13.973 12.086 10.485 13.787 1.956
Totaal lasten 55.965 103.296 83.591 75.108 76.333 69.934
Baten
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 215 205 205 205 205 205
Structurele budgetten 215 205 205 205 205 205
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 0 200 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 0 200 0 0 0 0
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 4.525 6.363 6.069 10.333 1.000 1.000
Soorten in stand houden en de schade beperken 639 0 0 0 0 0
Natuur en landschap overig 27 0 0 0 0 0
Reserves 5.190 6.363 6.069 10.333 1.000 1.000
Herstel en bevorderen van de biodiversiteit 1.070 3.859 1.971 371 371 1.842
Ambities stikstof 699 10.000 10.000 10.000 13.302 0
Natuur en landschap overig 110 114 114 114 114 114
Overlopende Passiva 1.879 13.973 12.086 10.485 13.787 1.956
Totaal baten 7.284 20.741 18.360 21.023 14.992 3.161
Saldo van lasten en baten 48.680 82.556 65.231 54.085 61.341 66.773

Beleidsveld 3.2. Landbouw

Ambitie

Terug naar navigatie - Ambitie

De provincie Fryslân streeft naar een duurzame, natuurinclusieve landbouw in 2025. Een landbouw die grondgebonden en circulair is, zorgdraagt voor een gezonde bodem en bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én, niet in de laatste plaats, duurzaam economisch renderend is.

We willen de landbouwsector helpen om van een viersterren landbouw een vijfsterren landbouw te maken, waarbij de vijfde ster een groene ster is. Daarbij staat kwalitatieve groei voorop en willen we het spanningsveld tussen landbouw en andere maatschappelijke wensen doorbreken. Daarbij is het van cruciaal belang dat boeren een levensvatbaar bedrijfsmodel kunnen vinden.

Wat zien we in beleidsveld Landbouw

Terug naar navigatie - Wat zien we in beleidsveld Landbouw

De landbouw is van grote betekenis voor de provincie Fryslân. Het sociale en economische belang van de agrifoodsector in Fryslân is groot, in vergelijking met de rest van Nederland. Ook draagt de sector in belangrijke mate bij aan kennisontwikkeling en innovatie. 

De landbouwsector staat aan de vooravond van een grote verandering. Onder meer heeft de uitspraak van de Raad van State over de PAS in mei 2019 grote betekenis voor de sector. Na deze uitspraak is het Rijk gekomen met een Stikstofaanpak, waarvoor 5 miljard beschikbaar is gesteld. Deze middelen kunnen voor diverse maatregelen worden ingezet, zowel bronmaatregelen (stalmaatregelen, maatregelen gericht op mest, etc. ) en natuurherstel maatregelen. Vervolgens heeft het Kabinet begin 2022 een Transitiefonds ingesteld, bedoeld om de hedendaagse problemen op gebied van verlies van biodiversiteit en bescherming van de natuur het hoofd te bieden. Met het Transitiefonds wordt geïnvesteerd in een robuust natuurareaal en een duurzame landbouw. Deze transitie moet bijdragen in het behalen van de Europese doelen t.a.v. het Klimaatakkoord, de Kaderrichtlijn Water en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Al deze ontwikkelingen hebben grote impact op de landbouwsector. 

Het streefbeeld van de Friese landbouw in 2030 is daarom: met een gezonde bodem, gezond eten, werken en leven in Fryslân. Vanuit diversiteit in de landbouw en ruimte voor ondernemerschap en vakmanschap. Stap voor stap. Alle agrarische ondernemers integreren groen ondernemerschap en gaan naar meer natuurinclusieve kringlooplandbouw en sluiten kringlopen. Kort gezegd is de inzet een transitie naar een duurzame landbouw, die toekomstbestendig is, zowel in ecologisch, economisch en sociaal opzicht en in ruimtelijke kwaliteit. 

De ontwikkelingen van de agrarische sector worden vooral bepaald door Europa en het Rijk. Van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de EU wordt verwacht dat daarin duurzaamheid, natuurinclusief en vergroening een essentiële rol zullen spelen. De rol van de provincie is vooral om vernieuwingen te faciliteren en te ondersteunen. Daarnaast ligt een belangrijke rol bij de hele agrofoodketen van boeren tot consument.

Als provincie willen we de transitie van de landbouw begeleiden binnen de kaders van het klimaatakkoord, de problematiek van het terugdringen van emissies w.o. stikstof en de veenweideproblematiek. We willen voor Fryslân hierin een voorbeeldfunctie vervullen door in te zetten op aansluiting bij Europees- en Rijksbeleid, samen te werken in netwerken, gebiedsgericht werken en kennisontwikkeling/innovatie die vraag gestuurd is.

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
Ten aanzien van landbouw bestaat voor de bezigheden van de provincie geen specifieke wetgeving. Provinciaal landbouwbeleid is autonoom beleid. Wel is er vanuit wetgeving op andere gebieden bemoeienis met de landbouw (natuur, stikstof).

Rolvrijheid
Op het gebied van landbouw begeven we ons vooral op het pad van de samenwerkende overheid en responsieve overheid. We werken samen in de netwerken rondom de landbouw en vervullen daar met name de rol van het faciliteren en ondersteunen van vernieuwingen (onder meer door ondersteuning van Dairy Valley/- Campus). Als onze betrokkenheid bij de landbouw is ingebed in een gebiedsgerichte aanpak kunnen we vanuit onze bevoegdheden en rollen op andere beleidsvelden wat meer een regierol pakken, bijvoorbeeld in het stimuleren van meer samenwerking tussen landbouw- en natuurpartijen.
De sterke rol van Europa en het Rijk in wetgeving en kaderstelling rondom de landbouw maakt een provinciale rol als rechtmatige overheid, anders dan in het ruimtelijke spoor, ook niet reëel. Vanwege het feit dat de resultaten op het landbouwdomein vooral door anderen, met name de landbouw zelf, geboekt moeten worden is ook een rol als presterende overheid niet zeer haalbaar.  Kortom, binnen de kwadranten samenwerkende en responsieve overheid hebben we een ruime vrijheid van handelen, daarbuiten niet.

Budgetvrijheid
Bij dit beleidsveld zijn geen structurele budgetten in de begroting opgenomen.
Bij de tijdelijke budgetten vallen onder de overeenkomst de regiodeal natuurinclusieve landbouw. Beleidsmatig belegd zijn de budgetten van POP3 openstellingen, Dutch Dairy Centre en Agroagenda noord nederland. 
Er is budgetvrijheid bij de budgetten transitie natuurinclusieve landbouw (€ 0,56 mln), landbouwagenda (€ 0,8 mln) en potatovalley verzilting (€ 0,25 mln). 

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 3.2.

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 3.2.
  • Een transitie van de landbouw naar meer duurzame productiemethoden en een focus op toegevoegde waarde. Projectmatig wordt door het Innovatie Platform Fryslân (IPF) een investeringsagenda gemaakt om samen met de sector en de aanverwante agribussiness deze beweging vorm te geven. Tevens blijft de doelstelling om de exportwaarde van de gehele agrifood-sector minimaal gelijk te houden.
  • Een landbouw die grondgebonden is en gericht op het herstel van de biodiversiteit en het verminderen van uitstoot van broeikasgassen; 
  • Een bedrijfsvoering die gericht is op een circulaire bedrijfsvoering met oog voor een gezonde bodem en een goede kwaliteit (grond)water; 
  • We willen een bijdrage leveren aan het in stand houden van het kenmerkende landschap van Fryslân;
  • Een landbouw die brede maatschappelijke waardering krijgt en goed en veilig voedsel produceert, welke wordt gewaardeerd door zowel de consument als de burger.
  • Een bijdrage leveren aan economische doelen zoals een goed ondernemersklimaat en werkgelegenheid. Het gaat hier om de brede landbouw- en voedselsector met voldoende verschillende verdienmodellen voor de agrarische sector. Ook het perspectief van het  Rijk zal hier handvaten voor bieden. Als provincie Fryslân willen we boeren ondersteunen in deze zoektocht. 
  • De kracht en het innovatieve vermogen van de Friese Agrifood-sector verder uitbouwen en zo kennisontwikkeling te faciliteren en de werkgelegenheid behouden. Hiermee wordt beoogd de ontwikkelde kennis te benutten in heel Nederland en ook wereldwijd deze kennis te verwaarden als exportproduct.

Op dit moment zijn er geen goede doelindicatoren beschikbaar, behalve het dashboard landbouw waar bijvoorbeeld een indicatie terug te vinden is over GVE’s, de oppervlakte ANLb en naar de toekomst toe hopelijk ook indicatoren zoals de Biodiversiteitsmonitor. We werken aan de landbouwagenda, waarin we onderzoeken welke realistische doelindicatoren zijn te koppelen aan wat we willen bereiken.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Economische duurzaamheid van agrarische bedrijven stimuleren;

Uitvoering geven aan landbouwagenda en het jaarplan voor 2023.

Voor ieder actiepunt worden 3- 5 bijeenkomsten georganiseerd. 

Een landbouw die grondgebonden is en gericht op het herstel van de biodiversiteit en het verminderen van uitstoot van broeikasgassen;

Inzetten van GLB openstellingen, zijnde  Leader, gebiedsontwikkeling en niet-productieve investeringen voor landbouwbedrijven.

Zoeken naar koppelingen met andere beleidsthema’s gekoppeld aan landbouw, waaronder het NPLG.

3

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?

 

 

Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 3.833 14.837 1.483 10 9 9
Totaal baten 1.085 392 15 12 11 0
Saldo van lasten en baten 2.747 14.446 1.469 -2 -2 9
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

De cofinanciering op de POP3 opengestelde maatregelen staan allemaal in jaarschijf 2022. Dit verklaart de daling naar 2023. Nieuwe cofinancieringsmiddelen POP zijn opgenomen in programma 7 (Algemene Dekkingsmiddelen) Op basis van openstelling wordt de cofinanciering overgeboekt naar het programma. Meerjarig bestaan de budgetten uit Transitie Landbouw, Potato Valley en de Landbouwagenda met Dairy Valley. De budgetten uit het bestuursakkoord voor Potato Valley, Landbouwagenda en Dairy Valley hebben een looptijd tot en met 2023, dit verklaart de enorme daling van de lasten in 2024 en 2025. Ook de Regiodeal NIL eindigt in 2023.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel

 

 

Specificatie Exploitatie Ambitie omschrijving Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
Landbouw/Natuurinclusieve landbouw 2.024 3.363 1.472 0 0 0
Landbouw overig 132 41 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 2.156 3.404 1.472 0 0 0
Landbouw algemeen 13 -845 12 10 9 9
Landbouw/Natuurinclusieve landbouw 1.083 7.626 0 0 0 0
Landbouw overig 117 4.651 0 0 0 0
Reserves 1.213 11.433 12 10 9 9
Landbouw/Natuurinclusieve landbouw 185 0 0 0 0 0
Landbouw overig 279 0 0 0 0 0
Overlopende Passiva 464 0 0 0 0 0
Totaal lasten 3.833 14.837 1.483 10 9 9
Baten
Landbouw/Natuurinclusieve landbouw 32 0 0 0 0 0
Landbouw overig 94 0 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 126 0 0 0 0 0
Landbouw algemeen 496 167 15 12 11 0
Landbouw overig 0 225 0 0 0 0
Reserves 496 392 15 12 11 0
Landbouw/Natuurinclusieve landbouw 185 0 0 0 0 0
Landbouw overig 279 0 0 0 0 0
Overlopende Passiva 464 0 0 0 0 0
Totaal baten 1.085 392 15 12 11 0
Saldo van lasten en baten 2.747 14.446 1.469 -2 -2 9

Beleidsveld 3.3. Veenweide

Wat zien we

Terug naar navigatie - Wat zien we

Onze ambitie voor de lange termijn (2050) is een blijvend evenwicht, waarin veenafbraak, bodemdaling en CO2-uitstoot nagenoeg zijn gestopt. De kwaliteit van landschap en natuur zijn verbeterd. Ook de leefbaarheid en vitaliteit staan op een hoog peil; de landbouw heeft zich aangepast aan de veranderde omstandigheden en recreatie en toerisme hebben zich verder ontwikkeld. Om tot deze ambitie te komen richten we ons voor 2030 op de volgende veenweidedoelen: 

  1. De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd (gemiddeld 0,2 cm minder bodemdaling per jaar): Enerzijds door de absolute bodemdaling te beperken, anderzijds door de negatieve effecten te beperken, mitigeren of te compenseren. Dit moet ertoe leiden dat schade aan woningen, wegen en infrastructuur wordt beperkt, de stijging van kosten van waterbeheer in het gebied ook in de toekomst beperkt blijft, de verdroging van natuurgebieden is afgenomen, en het landschap en de cultuurhistorie van het veenweidegebied herkenbaar blijven. 
  2. De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is in 2030 met 0,4 megaton CO2 equivalenten per jaar afgenomen. 
  3. De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief. 
  4. Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingericht. 

In de uitvoering hebben we het programma in 2021 ingericht op basis van programmalijnen (PL) en dit bouwen we verder uit.

  • PL 1: Waterbeheer en klimaatadaptatie
  • PL 2: Bodem en grondgebruik
  • PL 3: It Nije Buorkjen
  • PL 4: Leefomgeving, natuur en biodiversiteit
  • PL 5: Integrale gebiedsaanpak
  • PL 6: Onderzoek en monitoring

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
Het veenweidebeleid is integraal beleid. Het combineert taken uit meerdere beleidsvelden (als ruimtelijke ordening, landbouwbeleid, waterbeleid enzovoorts) en de taakvrijheid op dit thema is dan ook een mix van de taakvrijheid op die verschillende velden. Voor Veenweide als thema bestaat geen aparte wetgeving, wel is vanuit de verschillende beleidsvelden wetgeving van toepassing.

Rolvrijheid
In hoofdzaak bevinden onze inspanningen op het onderwerp Veenweide zich binnen het kwadrant samenwerkende overheid. Het Veenweideprogramma 2021-2030 wordt opgesteld in een netwerkorganisatie, waarin de provincie, het Wetterskip, gemeenten, maatschappelijke organisaties, de landbouw en de Friese Milieufederatie participeren, maar waarin met name het Wetterskip en de provincie zelf het voortouw nemen. De bedoeling is dat ook de uitvoering als netwerk wordt opgepakt en daarnaast in concrete gebieden gebiedsgericht.

Hoewel we ons als provincie hebben vastgelegd op bepaalde doelen en inspanningen is de keuzevrijheid in rol(len) die we pakken binnen het veenweidevraagstuk nog aanzienlijk. Enerzijds zou het mogelijk zijn onze rol als samenwerkende overheid sterker te voeden vanuit de rollen in het rechtmatigheidskwadrant, door dwingender ons wettelijk instrumentarium te gebruiken. Of vanuit het kwadrant van presterende overheid, door strenger te selecteren op bewezen werkbaarheid in de instrumenten die we kiezen. Anderzijds zou ook een sterkere rol als responsieve overheid kunnen worden opgepakt door actiever andere maatschappelijke partijen uit te nodigen met hun (maatwerk)oplossingen te komen.

Binnen onze voornaamste rol als samenwerkende overheid kunnen we ook accenten verleggen, door bijvoorbeeld de regie sterker naar ons toe te trekken. Of juist een meer terughoudende rol aan te nemen en de regie aan anderen te laten. Of door juist meer verbinding te zoeken met partijen aan de rand van het netwerk, als banken en dergelijke, om uit te zoeken in welke mate zij met geld, kennis of anderszins kunnen en willen bijdragen. Door meer of minder actief met geld te stimuleren en faciliteren. Door als een soort netwerkmakelaar het netwerk te verbreden met nieuwe partijen (bijvoorbeeld uit de recreatie en toerismehoek of rondom stikstof) om zo nieuwe, integrale verbindingen mogelijk te maken en daarmee hopelijk ook stapeling van middelen.

Budgetvrijheid
Voor veenweide zijn geen structurele budgetten opgenomen in de begroting.
Bij de tijdelijke budgetten zijn onder overeenkomst opgenomen de regiodeal NIL onderdeel veenweide. Beleidsmatig belegd is het budget voor de subsidieregeling machines niet kerende grondbewerking. Er is nog budgetvrijheid bij het budget veenweidevisie (€ 15,4 mln).

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

In paragraaf 9 Grote Projecten wordt een uitgebreide toelichting gegeven wat we op het programma en in de gebiedsprocessen Hegewarren en Aldeboarn-De Deelen willen bereiken. 

Doel indicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie 1: De negatieve effecten van bodemdaling zijn verminderd 

Hoeveelheid centimeter bodemdaling

Gemiddeld 0.2 cm minder per jaar

Ambitie 2: De uitstoot van broeikasgassen uit de veenbodem is verminderd in 2030

Hoeveelheid megaton CO2

0.4 megaton

Ambitie 3: De landbouw heeft een duurzaam toekomstperspectief.

Een duurzaam toekomstperspectief

 

Ambitie 4: Het watersysteem is waterrobuust en klimaatbestendig ingedeeld.

Normen voor wateroverlast gebaseerd op het dan hiervoor geldende klimaatscenario en er zijn maatregelen getroffen voor waterbeschikbaarheid in droge perioden.

In 2030 voldoen we aan deze normen.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Terug naar navigatie - Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

In paragraaf 9 Grote Projecten wordt een uitgebreide toelichting gegeven op de resultaten waar we in het programma en in de gebiedsprocessen Hegewarren en Aldeboarn-De Deelen aan gaan werken.

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023
PL1 Voortzetting van de pilots met flexibel peilbeheer (HAKLAM)   6
Samen met de partners in de gebiedsprocessen de beoogde peilverhogingen verder uitwerken   1
Samen met de partners in de gebiedsprocessen in beeld brengen wat er nodig is om gevolgen van klimaatverandering op te vangen 1
PL2 Voortzetting proeftuin bodem; veenoxidatie afremmen door bodemmaatregelen 1
Volgen proeven bodemvruchtbaarheid 1
Voortzetting proeven draagkracht en bodemverdichting 1
Voortzetting proef duurzame maisteelt 1
PL3 Starten praktijksimulatie flankerend beleid in Aldeboarn-De Deelen  1
Vaststellen van flankerend beleid 1
Voortzetting verdiencapaciteit landbouw behouden en verbeteren n.v.t.
PL4 Aanvalsplan Grutto; uitvoeren van het aanvalsplan Grutto binnen het veenweidegebied in twee gebieden, namelijk Aldeboarn De Deelen en Idzegea. 2
Uitvoeren van tenminste twee ecosysteem en landschapsanalyses in Hegewarren een nog nader te bepalen gebied (een van de kansrijke gebieden) 2
In elk geval in 1 gebied in beeld brengen wat archeologische waarden/resten zijn van het veenweidegebied. 1
Inzetten van de aanpak 'Basiskwaliteit Natuur’ in ten minste een van de gebiedsprocessen. 1
PL5 We leveren een gebiedsplan op voor het gebiedsproces Aldeboarn – De Deelen 1
We gaan verder met de planfase voor de Hegewarren 1
We starten met het opstellen van een gebiedsplan voor Idzegea 1
We starten met het opstellen van een startdocument voor Groote Veenpolder om vervolgens aan de slag te gaan met een gebiedsplan 2
We starten met het opstellen van een startdocument voor Brekkenpolder om vervolgens aan de slag te gaan met een gebiedsplan 2
We starten met het opstellen van een startdocument voor Grouster Leechlân om vervolgens aan de slag te gaan met een gebiedsplan 2
PL6 Voortzetting van deelname aan nationale onderzoeksprogramma's, onder andere op het gebied van broeikasgasmetingen en monitoring van bodemdaling en daarnaast ook eigen lopende monitoring van broeikasgassen en bodemdaling; 9
Voortzetting van de monitoring van grondwaterpeilen en bodemvocht bij aangepast peilbeheer (o.a. bij Boeren Meten Water); 8
Voortzetting van het vervolgonderzoek naar preventie en risico's op het ontstaan of toenamen van dierziekten bij nattere omstandigheden (met namen leverbot en salmonella); 1
Het afronden en actueel houden van de meetpunteninventarisatie voor grond- en oppervlaktewatermeetpunten; 1
Het uitvoeren van de jaarlijkse analyse van meetgegevens van grondwaterstanden en vochtgehaltes. 1

 

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?

 

 

Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 7.206 29.538 3.850 3.300 3.000 2.843
Totaal baten 2.237 26.233 850 300 0 0
Saldo van lasten en baten 4.970 3.305 3.000 3.000 3.000 2.843
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

Het betreft hier middelen voor de Veenweidevisie, verder is er nog een voorwaardelijk budget opgenomen in programma 7 algemene dekkingsmiddelen. De fluctuaties ontstaan door de ontvangen middelen vanuit de Impulsgelden, Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland en regiodeal NIL.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel

 

 

Specificatie Exploitatie Ambitie omschrijving Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
Veenweide/gebiedsprocessen 4.833 3.375 3.000 3.000 3.000 2.843
Veenweide overig 339 -32 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 5.172 3.343 3.000 3.000 3.000 2.843
Veenweide/gebiedsprocessen 2.034 26.195 850 300 0 0
Overlopende Passiva 2.034 26.195 850 300 0 0
Totaal lasten 7.206 29.538 3.850 3.300 3.000 2.843
Baten
Veenweide/gebiedsprocessen 53 0 0 0 0 0
Veenweide overig 150 38 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 203 38 0 0 0 0
Veenweide/gebiedsprocessen 2.034 26.195 850 300 0 0
Overlopende Passiva 2.034 26.195 850 300 0 0
Totaal baten 2.237 26.233 850 300 0 0
Saldo van lasten en baten 4.970 3.305 3.000 3.000 3.000 2.843

Beleidsveld 3.4. Water en Milieu

Water - algemeen

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

Fryslân is dé water provincie bij uitstek. De Friese meren, de Waddenzee en een uitgebreid stelsel aan vaarten en kanalen is voor iedereen zichtbaar. Onder de oppervlakte bevindt zich een enorme hoeveelheid grondwater. Een deel van dit grondwater is zoet en een nog groter deel bestaat uit zout grondwater. We maken op vele manieren gebruik van het water in onze provincie. Goed waterbeleid is essentieel om goed te kunnen wonen en werken in onze provincie, en is daarmee van belang voor onze brede welvaart en welzijn.
 
Het klimaat verandert, en dat merken we ook. De droge zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 en de extreme neerslag en overstromingen in 2021 zijn daar voorbeelden van. In de zomer van 2021 rapporteerde het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties, dat de klimaatverandering sneller gaat dan enkele jaren geleden was voorzien. In 2023 komt het IPCC met een nieuwe analyse die het KNMI dan zal doorvertalen in nieuwe scenario’s voor Nederland. De gevolgen van de klimaatverandering raken de hele samenleving: wonen, drinkwatervoorziening, bedrijvigheid, landbouw en natuur. De klimaatverandering is daarmee een urgent vraagstuk. Al met al een forse opgave waar de provincie Fryslân samen met Wetterskip Fryslân, Friese gemeenten, Vitens en natuur- en landbouworganisaties aan werkt en aan blíjft werken.
 
Hoewel Fryslân een neerslagoverschot heeft, hebben we als gevolg van de versnelde klimaatverandering steeds vaker te maken met verdroging, afgewisseld met vaker extreme regenbuien. Het waterbeleid wordt hierop aangepast, door andere gewenste grondwaterpeilen en realisatie van meer locaties voor waterberging.

Ambities

Terug naar navigatie - Ambities
  1. Een vitaal en veerkrachtig watersysteem. We ambiëren dat Fryslân in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Met ‘robuust’ bedoelen wij dat de waterhuishoudkundige inrichting van gebieden ook zonder acuut menselijk ingrijpen bestand is tegen extreme gebeurtenissen als extreem natte omstandigheden of juist extreme droogte. Fryslân is beschermd tegen overstromingen, zowel vanuit het hoofd-, als in het regionaal watersysteem (Regionaal Water Programma). ‘Klimaatbestendig’ betekent voor ons dat de waterhuishoudkundige inrichting van gebieden de waterbeheerder in staat stelt om voor, tijdens en na extreme weersomstandigheden (nat, droog, overstroming) de gewenste toestand te behouden of te herstellen. Zowel door technische als door ruimtelijke maatregelen zijn en blijven we in staat om de weersextremen op te vangen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reserveringszones of functiewijzigingen. 
  2. Karakteristiek en gezond watersysteem. We willen een goede bodem- en waterkwaliteit. Grond- en oppervlaktewater dient van een goede kwaliteit te zijn om gebruikt te kunnen worden voor alle functies zoals drinkwater, natuur, landbouw, industrie en overige (economische) toepassingen en zwemmen; het drinken van water uit de kraan dient veilig te zijn, nu en in de toekomst. Vervuiling - een slechte toestand en verslechtering van de toestand- wordt voorkomen en/of verholpen. Afwenteling op andere watersystemen is onwenselijk. Het samenhangende waterstelsel Waddenzee en eilanden, kustzone, IJsselmeer, binnenmeren en waterplassen, kanalen en beken is karakteristiek voor onze provincie. Dit willen we in de toekomst behouden. Bij alle maatregelen voor een toekomstbestendig watersysteem worden ook kansen voor versterking van (recreatieve) beleving, identiteit en gezondheid benut.
    Het Friese oppervlakte- en grondwater hebben een nauwe onderlinge relatie. Vanuit het Drents plateau stroomt grondwater in westelijke richting, dat via kwel in het Veenweidegebied bovenkomt en als oppervlaktewater naar de Waddenzee wordt afgevoerd. We willen dit water graag hoogwaardig gebruiken (met name voor drinkwater) en daarmee in de toekomst waardevol zuiver grondwater minder afvoeren naar de Waddenzee. De doorlevering van oppervlaktewater naar de buurprovincies Groningen en Drenthe via de sluis in Gaarkeuken blijft uiteraard behouden. 

Een belangrijk instrument om het waterbeleid uitvoering te geven is het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Het uitvoeringsprogramma NPLG is één van de Rijksprogramma’s die doorwerken in onze provincie en ook voor het beleidsveld Water relevant zijn. Denk aan hydrologische maatregelen voor natuurherstel, het behalen van waterkwaliteitsdoelen of het principe dat water en bodem leidend worden in ruimtelijke ordening. De provincie werkt samen met Wetterskip Fryslân in de BOVI/Blauwe drager aan een toekomstvisie waarin dit principe wordt uitgewerkt. 

Met maatregelen kan een deel van de effecten van klimaatverandering op het waterbeheer ondervangen worden. Voorzien is dat deze maatregelen over een langere periode uitgevoerd kunnen worden, waarbij gelijke tred wordt gehouden met de toename in effecten van klimaatverandering. Het nemen van deze maatregelen is primair een verantwoordelijkheid van Wetterskip Fryslân. Daarnaast worden ook maatregelen genomen binnen gebieds-inrichtingsprojecten onder regie van de provincie en draagt de provincie bij aan kennisontwikkeling. 

Veel maatregelen zijn ruimtelijke maatregelen, die in overleg met de omgeving en maatschappelijke partners worden vormgegeven. Uitvoering van deze maatregelen vraagt veel tijd. In de realisatie van de waterbergingsopgave zien we zowel een zekere stagnatie in de uitvoering als meer terughoudendheid bij natuurbeheerders bij de inzet van gronden voor waterberging, met het oog op de effecten op de fauna. Ook de realisatie van extra gemaalcapaciteit voor de boezem (eerder voorzien rond 2035) is mogelijk complexer dan eerder gedacht. Niettemin is er een continue lijn in de uitvoering van maatregelen zichtbaar. 
 
De ambitie is om binnen het waterbeheer te blijven anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering. Het ingezette beleid van Vasthouden, Bergen en Afvoeren, nader geconcretiseerd in het Veiligheidsplan 2 van Wetterskip Fryslân, is hierbij leidend. Wel zijn verschuivingen in prioritering van maatregelen mogelijk op basis van nieuwe inzichten en/ of de keuzes volgend uit de BOVI/Blauwe drager. Met het vasthouden van de water op de hogere zandgronden is de afgelopen jaren een start gemaakt. Veelal gaat het om kleinschalige projecten. De komende jaren zal de inzet op het water vasthouden verder uitgerold worden. Potentie en effectiviteit komen komende jaren naar verwachting scherper in beeld. 

Vanuit Europa is de Kaderrichtlijn Water (KRW) een belangrijke leidraad voor het waterbeheer. Vanuit waterkwaliteit zien we dat in oppervlaktewater het doorzicht van het water is toegenomen. Er zijn steeds meer waterplanten en waterinsecten. Vismigratieroutes zijn verbeterd. Steeds meer oppervlaktewater voldoet aan de normen voor stikstof en fosfaat. De belasting met deze stoffen is nog wel te hoog. Mede daardoor blijft de ecologie nog achter op de doelen die we ons gesteld hebben. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om onze ambities voor de ecologische waterkwaliteit te behalen. Ook oppervlaktewater dat niet als KRW-water aangewezen is, vraagt om bescherming, de provincie heeft hierin een rol. Er is aandacht nodig voor chemische verontreinigingen in oppervlaktewater. 

In het grondwater zien we steeds meer milieuvreemde stoffen die door menselijk toedoen in de ondergrond terecht komen. De Kaderrichtlijn Water (KRW) bepaalt dat alle grondwaterlichamen uiterlijk 2027 in goede toestand moeten verkeren, en vraagt monitoring van deze kwaliteit. Behalve via de KRW heeft de provincie zelf verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het grondwater. We meten verontreinigingen die via de KRW-systematiek niet opgemerkt worden. In Europees verband kan daardoor de toestand “in orde” zijn, terwijl we een achteruitgang op lokaal niveau meten. 
 
Diverse ontwikkelingen kunnen bedreigend zijn voor de (grond-)waterkwaliteit. Zo worden stoffen als PFAS en bestrijdingsmiddelen in het grondwater aangetroffen. Maar ook het gebruik van de ondergrond voor bodemenergiesystemen (KWO, HTO), gewenst in het kader van de energietransitie, blijkt soms een negatieve invloed te hebben op de grondwaterkwaliteit.

Verzilting van het grondwater is een actueel probleem, het afgelopen decennium is verzilting nadrukkelijk als toekomstige bedreiging voor de akkerbouw onder de aandacht gebracht. Tegelijkertijd hebben wij, maar ook de sector zelf nog niet een heel scherp beeld van de precieze aard en omvang van verzilting en de effecten. 

Zwemwaterlocaties hebben onze aandacht. Als gevolg van warmere zomers zien we een toenemende behoefte aan veilig en schoon zwemwater. Het grootste deel van de 53 officiële zwemwaterlocaties voldoet aan de minimumeisen. Maar ook hier heeft de klimaatverandering (lange warme periodes) invloed. Daarmee kan de waterkwaliteit juist onder druk komt te staan als de vraag naar schoon zwemwater het hoogste is.   

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
Op het terrein van water is de provincie gebonden aan veel wettelijk verplichte taken en voorschriften. Ook veel doelen liggen al (in ieder geval op hoofdlijnen) vast. Die taken behelzen onder meer het stellen van kaders voor regionale waterkeringen en wateroverlast, verlenen van vergunningen voor grondwater, verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, bescherming van drinkwater, houden van toezicht en diverse vormen van monitoring en beoordeling.
Ten aanzien van onze milieutaken liggen o.a. op het terrein van bodem veel strak omschreven taken vast met betrekking tot bodemverontreiniging en -sanering. Een deel van de milieuvergunningverlening ligt wettelijk bij de provincie Deels gelden wettelijke voorschriften voor de uitvoering voor de taak, deels heeft GS eigen beleidsvrijheid. De wettelijke taken worden in dit beleidsveld onder de koptekst ‘VTH Milieu en Natuur’ genoemd.

Rolvrijheid 
Bij water en milieu ligt de nadruk sterk op onze rol als rechtmatige overheid. Kaderstelling, vergunningverlening, toezicht, zijn belangrijke taken op deze beleidsvelden. Echter, zeker waar water en milieu ook andere onderwerpen raken (bv. landbouw, recreatie, wonen) speelt ook het functioneren als samenwerkende overheid een rol. Voorbeelden hiervan zijn de veenweideproblematiek en klimaat. Maar ook bij een taak als het versterken van waterkeringen worden waar mogelijk andere functies (natuur, recreatie, landschap) meegenomen en wordt ‘werk met werk’ gemaakt. Zowel milieu als water zijn ook beleidsvelden die vaak en meer en meer als aspect van andere beleidsterreinen worden meegenomen en van daaruit meer opereren als samenwerkende overheid noodzakelijk maken.
Een interessant onderwerp is de bodem, traditioneel onderdeel van het milieubeleid. In de klassieke taken die we ten aanzien van bodem hadden was onze rolvrijheid beperkt, vanuit de strak omschreven taken. Nu bodem als aspect van allerlei beleidsvelden steeds belangrijker (en de saneringsrol deels naar gemeenten gaat onder de Omgevingswet) wordt zou daar ook een andere rol bij kunnen passen op dat beleidsveld. Van meer rechtmatige, toetsende rollen naar veel meer activistisch bodem als instrument inzetten, stimuleren, innoveren.

Budgetvrijheid
Bij de structurele budgetten is een deel bedoeld voor de uitvoering van taken op basis van de grondwaterwet, wet natuurbescherming en wet milieubeheer. Bij de overeenkomst gaat het om de IPO bijdrage voor de kerntaak milieu, energie en klimaat en voor onze bijdrage in ASCG water. Beleidsmatig belegd is de boekjaarsubsidie aan de Friese Milieu Federatie en het Fryske Gea voor toezicht Friese IJsselmeerkust.
Bij de tijdelijke budgetten gaat het om budgetten voor de uitvoering van de wettelijke taken Kader Richtlijn Water, Wet bodembescherming en legaliseren PAS melders. Onder de overeenkomsten vallen het budget voor versterking Friese IJsselmeerkust, fries bestuursakkoord waterketen, bestuursovereenkomst visserij en de rijksbijdrage opruiming drugsafval. 
Er is budgetvrijheid bij het structurele budget monitoringskader frysk milieuplan (€ 0,03 mln). 
Bij de tijdelijke budgetten is budgetvrijheid bij het budget de Saiter (€ 1,1 mln), IJsselmeeragenda (€ 0,1 mln), Gewasbeschermingsmiddelen onderzoek (€ 0,1 mln).

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling Water - algemeen

Terug naar navigatie - Doelstelling Water - algemeen
  1. We willen een klimaatrobuuste provincie zijn, waarbij water- en bodemsystemen sturend zijn in de ruimtelijke ordening. Deze ambitie verankeren we in de Blauwe drager. 
  2. We willen (vanzelfsprekend) voldoen aan wettelijke taken op Nationaal, Europees en internationaal niveau.
  3. We willen zoveel mogelijk voorbereid zijn op extreme weersituaties, door zowel preventie van overlast (keringen op orde en de juiste ruimtelijke inrichting), anticiperen op langdurige droogte, als calamiteitenbestrijding op orde te hebben. 
  4. We willen als provincie een bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van water (primair is dit een taak van het waterschap, maar ook provincie, gemeenten en natuurbeheerders dragen hier aan bij).
  5. We willen de schade door gaswinning van de NAM in het gebied Dongeradielen voor de waterhuishouding en de landbouw herstellen/compenseren. We doen dit samen met de Gebiedscommissie en de streek.
  6. We willen in 2027 de doelen van de Europees Kaderrichtlijn Water voor de grond- en oppervlaktewater hebben behaald. Dat geldt voor zowel de KRW-waterlichamen als het overige water daarbuiten.
  7. Met betrekking tot de niet-KRW wateren willen we geen situaties die we als “slecht” kwalificeren, geen achteruitgang, geen afwenteling naar andere wateren en waar mogelijk verbetering van de waterkwaliteit  
  8. We bewaken de kwantiteit en kwaliteit van het kostbare grondwater. We beschermen de strategische grondwatervoorraden. De Kaderrichtlijn Water (KRW) bepaalt dat de toestand van grondwaterlichamen goed moet zijn voor grondwaterkwantiteit, om droogteschade in de landbouw en verdroging van natuur te voorkomen, en voor grondwaterkwaliteit (chemische toestand) omdat het drinken van water uit de kraan veilig dient te zijn, nu en in de toekomst. We zetten ons er voor in dat de aanleg van bodemenergiesystemen, in het kader van de energietransitie, gebeurt zonder dat er gevaar is voor de grondwaterkwaliteit. We werken hierin samen met Vitens en gemeenten. 
  9. We willen de verzilting, binnen onze mogelijkheden, vertragen zodat de gebruiksmogelijkheden van het grondwater zo lang mogelijk behouden blijven. 
  10. We willen een toekomstvisie voor omstreeks 2050-2080, voor een inrichting van onze provincie, waarin water en bodem sturend zijn.
  11. Tenslotte zetten wij in op meer schone en veilige zwemlocaties.   

Doel indicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie 1

Jaarlijkse aanpak van regionale waterkeringen.

Het stelsel van regionale waterkeringen kent een goede staat van onderhoud en voldoet vanaf 2027 aan de gestelde veiligheidsnormen

Ambitie 1

Waterrobuust bouwen is een onderdeel van gemeentelijke ruimtelijke plannen en gebiedsvisies.

In 100% van de gemeentelijke plannen en gebiedsvisies wordt aandacht besteed aan de eisen uit de omgevingsverordening ten aanzien van het beleid waterrobuust bouwen.

Ambitie 1 Totaal oppervlak waterbergingsgebied (voor de boezem)

2200 hectare in 2035*



*1500 hectare (13 Mm3) extra tov 2014

Ambitie 2 Uitvoering van de maatregelen prioritair KRW pakket vóór 2027. In 2027 voldoen 14 waterlichamen aan het Goede Ecologisch Potentieel (afronding prioritair pakket-fasering)
Ambitie 2

Jaarlijkse beoordeling van de waterkwaliteit, landelijke evaluatie van de oppervlaktewaterkwaliteit en KRW-doelbereik in 2024

Informeren van provinciale staten over de stand van zaken en indien nodig bijsturing in uitvoering en beleid.

Ambitie 2 Kwaliteit grondwater op orde: Uitvoering geven aan maatregelen om de kwaliteit te bewaken of te verbeteren zijn opgenomen in het KRW waterkwaliteitsportaal. 

 Doel: 100% van de maatregelen uitgevoerd in 2027.

Ambitie 2 Grondwaterkwaliteit op orde: we treffen minder stoffen aan in ons eigen meetnet, die individueel de norm overschrijden en de gehaltes van stoffen die de norm overschrijden nemen af. Afname van aantal stoffen en gehaltes die de norm overschrijden: een kering van de huidige verslechterende trend.
Ambitie 2

De KRW toestandbepaling voor grondwater in 2024 en 2027.

De toestand van het grondwater voor zowel kwaliteit als kwantiteit is “goed". Goed conform de beoordelingsklassen voor KRW-grondwater.
Ambitie 2 Kwaliteitsklasse zwemwaterlocaties 100% heeft minimaal kwaliteitsklasse aanvaardbaar.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie 1

Aantal hectare waterbergingspolders.

Zoals opgenomen in de nog door WF op te stellen programmering.

Ambitie 2

Programmering en uitvoering prioritair KRW-maatregelenpakket 

100% uitgevoerde maatregelen per waterlichaam per jaar volgens (de nog vast te stellen) programmering.

Ambitie 2

Aantal gemeenten waarvoor ecologische doelen overig water in bebouwd gebied zijn vastgesteld.

4

Ambitie 2

Uitvoeringsprogramma gebiedsdossiers drinkwater: maatregelen uitvoeren die voor 2023 gepland zijn.

De voor 2023 geplande maatregelen zijn uitgevoerd.

Ambitie 2

Aantal zwemwaterlocaties dat in de klasse uitstekend, goed of aanvaardbaar valt.

Minimaal 92% van de zwemwaterlocaties valt in de klasse uitstekend, goed of aanvaardbaar. 

VTH - Milieu en Natuur

Wat zien we

Terug naar navigatie - Wat zien we

Ambitie
Hoofddoelstelling van het milieubeleid staat in de omgevingsvisie De romte diele als volgt verwoord “Wat schoon is, houden we schoon. Een gezonde bodem, frisse lucht en schoon water zijn basisvoorwaarden voor een gezonde en veilige leefomgeving en bescherming en behoud van natuur. We voldoen uiteraard aan wettelijke milieunormen en bestuurlijke afspraken. Mogelijkheden en draagvlak voor meer ambitieuze milieunormen worden benut”.

Ambitie 1: Uitvoeren wettelijke taken vergunningverlening, toezicht en handhaving;
Ambitie 2 ‘Overige’: Startnotitie-/Transitie Bodembeleid.

Wettelijke kaders
De wettelijke kaders waarbinnen vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) taken worden uitgevoerd zijn vastgelegd in wetgeving zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet milieubeheer (inclusief de Nazorgregeling voor gesloten stortplaatsen), de Wet luchtvaart, en de Wet natuurbescherming. Wij adviseren aan het Rijk inzake de Mijnbouwwet. Het merendeel van deze wetgeving wordt opgenomen in de Omgevingswet die vooralsnog op 1 januari 2023 van kracht wordt. Daarnaast heeft de provincie een aantal autonome taken waarbij de kaders zijn vastgelegd in verordeningen, zoals de vaarwegenverordening, de verordening Wet natuurbescherming, de Wadloopverordening en de Provinciale milieuverordening. Deze verordeningen gaan grotendeels op in de Omgevingsverordening. Deze treedt in werking als de Omgevingswet van kracht wordt.
Op 23 maart 2022 hebben Provinciale Staten de startnotitie bodembeleid vastgesteld. In de startnotitie is het proces en stappenplan opgenomen om te komen tot een beleidskader met ambities en meetbare doelen.

Zie verder vastgesteld beleid door PS aan het begin van het programma 3 Omgeving en voor het Provinciaal Uitvoeringskader VTH: Milieu – Natuur Paragraaf 8 VTH.

Ontwikkelingen
De Omgevingsdiensten FUMO en ODG kunnen steeds moeilijker gekwalificeerd personeel werven wat kan zorgen voor hogere kosten of het maken van keuzes in de uitvoering op basis van risicoanalyses. 
De Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee in de uitvoering. Dit heeft ook gevolgen voor de (digitale)processen en de ketensamenwerking. Hoe Financiële zekerheidstelling wordt ingevoerd voor majeure risicobedrijven en afvalbedrijven is nog onduidelijk.
Door uitvoering te geven aan het Klimaatakkoord (Industrie) komen er nieuwe taken voor de omgevingsdiensten FUMO en ODG bij, zoals toezicht op energiebesparing en CO2 reductie. Door economische ontwikkelingen op het gebied van energietransitie en circulaire economie worden er nieuwe bedrijven opgericht in Noord-Nederland, waardoor de VTH taken toenemen. De consequenties van het Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G) zijn nog onduidelijk.
De aanbevelingen van de Commissie Van Aartsen worden uitgewerkt. Deze zijn gericht op het vernieuwen van het VTH-stelsel en versterking van de omgevingsdiensten.
De mogelijkheden rondom vergunningverlening stikstof zijn aan veel veranderingen en ontwikkelingen onderhevig.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling VTH - Milieu en Natuur

Terug naar navigatie - Doelstelling VTH - Milieu en Natuur
  • We willen de doelen realiseren op het gebied van VTH, die zijn opgenomen in wet- en regelgeving en waarvoor GS als het bevoegde gezag is aangewezen.
  • We willen komen tot een beleidskader bodem zoals is opgenomen in de startnotitie.

Een toelichting op deze doelen is opgenomen in de paragraaf 8 VTH.

Doel indicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie 1: Uitvoeren wettelijke taken VTH

Indicatoren ontwikkelen voor het meten van de ambitie schoon, veilig, gezond en bescherming en behoud van natuur

Voor de programmadelen Bedrijven, Bodem, Water, Natuur, Verkeer en Ruimte, Veiligheid en geluidhinder zijn er meetbare indicatoren.

Ambitie 2 ‘Overige’: Startnotitie-/Transitie Bodembeleid

Ontwikkeling bodemindicatoren om te kunnen sturen op bodemkwaliteit/vitaliteit (biologisch en fysisch) 

Vaststellen bodemindicatoren voor sturing bodemvitaliteit/kwaliteit.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023
Ambitie 1: Uitvoeren wettelijke taken, VTH
Omgevingsvisie  Met risicoanalyses zetten we de beperkte capaciteit in waar de prioriteiten het hoogste zijn. Naleving van wet- en regelgeving wordt daarmee effectief, en efficiënt gemaximaliseerd. Vastgesteld VTH Jaarwerkprogramma 2024 eind 2023
Om de doelen te realiseren, verlenen wij (ODG, FUMO en de provincie) integrale en goed handhaafbare vergunningen en organiseren wij toezicht en handhaving ook integraal. Verantwoording vind plaats in het VTH jaarverslag. Vastgesteld VTH Jaarverslag 2022 voor de zomer 2023
Een beter naleefgedrag leidt tot een verbetering van de kwaliteit van onze leefomgeving en draagt bij aan onze doelen. Realiseren naleefgedrag zoals opgenomen in het VTH werkprogramma 2024
VTH beleid 2019-2023 Resultaten VTH beleid (doelen in hoofdstuk 5)  Resultaten VTH beleid 2019-2023 gerapporteerd in VTH Jaarverslag 2023.
Wet natuurbescherming

Percentage tijdig verleende vergunningen en ontheffingen (exclusief stikstofaanvragen*)

*Exclusief stikstofaanvragen, omdat de vergunningverlening van stikstof aan constante wijzigingen onderhevig is, als gevolg van voortschrijdend inzicht (o.a. jurisprudentie). Dit zorgt voor vertraging bij de lopende aanvragen.

95%
Ambitie 2 ‘Overige’: Startnotitie-/Transitie Bodembeleid Ontsluiting bestaande bodemdata en gebiedsgericht genereren nieuwe bodemdata  Vastellen actuele bodemvitaliteit in Fryslân / nulsituatie. 

 

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?

 

 

Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 13.573 18.296 14.122 12.572 11.842 11.601
Totaal baten 2.388 1.275 1.535 1.405 1.275 936
Saldo van lasten en baten 11.185 17.021 12.587 11.167 10.567 10.665
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

De begrote lasten in 2023 bedragen met name de structurele bijdragen aan de FUMO (€ 6,6 mln.) en aan de Omgevingsdienst Groningen (€ 1 mln.) en VTH-budget (€ 0,8 mln.) voor het uitvoeren van de wettelijke VTH-taken. Voor het Regionaal Waterhuishoudingsprogramma is een structureel budget van € 0,5 mln. begroot. Verder zijn er tijdelijke budgetten beschikbaar (€ 2,1 mln. in 2023) voor o.a. onderwerpen als Versterken Friese IJsselmeerkust, Bodemconvenant en de regionale samenwerking i.h.k.v. Kaderrichtlijn Water (KRW). De hogere lasten in de begroting 2022 ten opzichte van de andere jaren worden met name veroorzaakt door een aantal tijdelijke budgetten waarin de lasten voor een groot deel van dit budget in 2022 staan geboekt.  

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel

 

 

Specificatie Exploitatie Ambitie omschrijving Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
Water en milieu algemeen 275 325 308 303 303 303
Vitaal en veerkrachtig watersysteem 528 197 284 286 286 286
Karakteristiek en gezond watersysteem 54 412 425 425 425 425
Uitvoeren wettelijke taken, GS als medebewindvoerder 9.339 9.586 9.709 9.709 9.445 9.445
Water en milieu overig 396 403 416 416 416 416
Structurele budgetten 10.592 10.924 11.142 11.138 10.874 10.874
Vitaal en veerkrachtig watersysteem 618 928 810 430 0 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 181 1.914 75 0 0 0
Uitvoeren wettelijke taken, GS als medebewindvoerder 93 1.305 173 173 137 0
Water en milieu overig 816 2.300 1.050 0 0 0
Tijdelijke budgetten 1.708 6.447 2.108 603 137 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 300 75 0 0 0 0
Reserves 300 75 0 0 0 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 817 746 768 727 727 727
Voorzieningen 817 746 768 727 727 727
Vitaal en veerkrachtig watersysteem 9 0 0 0 0 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 147 105 105 105 105 0
Overlopende Passiva 156 105 105 105 105 0
Totaal lasten 13.573 18.296 14.122 12.572 11.842 11.601
Baten
Karakteristiek en gezond watersysteem 12 0 0 0 0 0
Uitvoeren wettelijke taken, GS als medebewindvoerder 943 210 210 210 210 210
Structurele budgetten 956 210 210 210 210 210
Vitaal en veerkrachtig watersysteem 260 0 260 130 0 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 187 0 0 0 0 0
Uitvoeren wettelijke taken, GS als medebewindvoerder 35 234 234 234 234 0
Tijdelijke budgetten 482 234 494 364 234 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 795 726 726 726 726 726
Voorzieningen 795 726 726 726 726 726
Vitaal en veerkrachtig watersysteem 9 0 0 0 0 0
Karakteristiek en gezond watersysteem 147 105 105 105 105 0
Overlopende Passiva 156 105 105 105 105 0
Totaal baten 2.388 1.275 1.535 1.405 1.275 936
Saldo van lasten en baten 11.185 17.021 12.587 11.167 10.567 10.665

Beleidsveld 3.5. Energietransitie

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

Opwarming aarde grote gevolgen
De gevolgen van de opwarming van de aarde zijn volgens recente rapporten van het VN Klimaatpanel (IPCC) en KNMI eerder merkbaar, hebben een grotere impact en zullen frequenter plaats vinden dan tot nu toe gedacht. Het gaat o.a. om acute voedselonzekerheid, natuurbranden en overstromingen als gevolg van extreem weer.   
 
Hogere Europese en nationale klimaatdoelen
Europa kiest met de Europese Klimaatwet voor een hogere klimaatambitie: ten minste 55% reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Het Fit for 55%-pakket van de Europese Commissie bevat voorstellen om daar invulling aan te geven. De doorwerking daarvan voor Nederland is nu nog niet bekend, maar we verwachten dat dit tot een aanvullende reductieopgave in Nederland leiden. In het regeerakkoord wordt als ingezet op 55% C02 reductie in 2030. In het voorjaar van 2023 wordt bekend met welke maatregelen het kabinet dit wil bereiken. 

Energiekosten en energieonafhankelijkheid 
Sinds het najaar van 2021 zijn de energieprijzen sterk gestegen. De onzekerheid over het verloop van de oorlog in Oekraïne, de Europese sancties en de Russische gaslevering hebben tot een zeer gespannen energiemarkt geleid met extreem hoge energieprijzen. Europa wil daarom versneld onafhankelijk worden van Russische energie. 
 
De betaalbaarheid van energie voor huishoudens en bedrijven staat sterk onder druk. In samenwerking met gemeenten en het Energieteam Fryslan worden de acties uit het Energieprogramma gericht op energiebesparing daarom, met voorrang opgepakt.  
 
We zoeken ook een oplossing voor ons huidige aardgas contract. We zetten daarbij in op het gebruik van Friese duurzame energie. Dit past in ons streven om onafhankelijk en zelfvoorzienend te zijn. 
 
Regionale samenwerking energietransitie (RES)
Er is vanuit de RES partijen een brede behoefte om de samenwerking uit te bereiden en te bestendigen. Gezamenlijk bekijken we op welke uitvoeringsonderwerpen verder kan worden samengewerkt. De Taskforce energie-infrastructuur Fryslan (TEF) is een goed voorbeeld van die samenwerking. 
 
Problemen elektriciteitsnetwerk
Het energienetwerk is in toenemende mate een beperking en kan op verschillende plekken zowel het aanbod van duurzame energie als de vraag naar energie van bedrijven niet meer aan. De roep om meer provinciale regie groeit. Ook vanuit het Rijk worden verschillende programma’s opgericht om de knelpunten in de energienetwerken aan te pakken. Hierin wordt ook een belangrijke regierol voorzien voor de provincies. 
Daarnaast zien we dat met het verder op slot gaan van het elektriciteitsnetwerk innovatieve oplossingen voor de korte termijn noodzakelijk worden.

In 2020 werd er in Fryslân 6,7% minder energie verbruikt dan in 2010. In Nederland lag dit percentage op 9,6%.
In 2020 werd 13,9% van het energieverbruik in Fryslân hernieuwbaar opgewekt. Landelijk was dit 10,3%.

We werken aan de energietransitie via de 5 programmalijnen uit het Energieprogramma 2022-2025. Hierin zijn de volgende ambities geformuleerd:

  • We stimuleren en faciliteren inwoners en lokale initiatieven
  • We zetten in op een Fries plan voor energiebesparing
  • We stimuleren de opwek van energie uit hernieuwbare bronnen 
  • We bereiden ons voor op de warmtetransitie met een bijzondere aandacht voor de rol van aquathermie
  • Samen met de netwerkbeheerder werken we aan een robuust energienetwerk.   

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
Op het vlak van energietransitie is de provincie niet aan wettelijke kaders gebonden en heeft dus een grote mate van beleidsvrijheid. Er is sprake van een autonome taak.

Rolvrijheid
Afgezien van het meewerken aan een RES beschikken we als provincie over een grote mate van rolvrijheid in het invulling geven aan dit beleidsveld. Het voornaamste kwadrant waarin onze bezigheden zich afspelen is dat van de samenwerkende overheid: zonder samenwerking met andere overheden en maatschappelijke partijen is op dit thema weinig mogelijk. Onze rolvrijheid betekent dat we op dit punt de volledige set aan rollen van de overheidsparticipatietrap tot onze beschikking hebben: reguleren (waar wel en niet duurzame energieopwekking toestaan, bijvoorbeeld), regisseren (een spilfunctie in het netwerk spelen), stimuleren (onder ander via het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy maar ook door de voorbeeldfunctie van de provinciale organisatie te benutten), faciliteren (energiecoöperaties ondersteunen via Us Kooperaasje) en loslaten (als spiegelbeeld van onze regulerende functie: verboden en geboden opheffen waar deze in de weg zitten).
Alle instrumenten die bij bovenstaande rollen van toepassing zijn kunnen we in principe meer, minder of anders inzetten. 

Budgetvrijheid
Bij de structurele budgetten gaat het om de bijdrage aan het IPO voor de kerntaak duurzame ruimtelijke ontwikkeling.
Onder de overeenkomst bij de tijdelijke budgetten valt de Nieuwe Afsluitdijk onderdeel duurzame energie en programmakosten. Onder beleid belegd valt het budget gezondheidsmonitor Nij Hiddum-Houw. 
Er is budgetvrijheid bij de tijdelijke budgetten energieprogramma (€ 2,65 mln), taskforce elkenien grien team (€ 0,4 mln), burgerparticpatie windpark Fryslân (€ 0,3 mln), ontwikkelfaciliteit lokale energie initiatieven (€ 0,17 mln) en juridische ondersteuning windpark Fryslân (€ 0,1 mln). 
Van het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy is nu € 52 mln. belegd, hiermee is nog € 29 mln. aan revolverend budget incidenteel beschikbaar. Aangezien dit alleen revolverend ingezet kan worden is dit budget niet in bovenstaande grafieken opgenomen.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 3.5.

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 3.5.
  • In 2050 zijn we onafhankelijk van fossiele brandstoffen, zoals olie en aardgas
  • Alle Friezen, bedrijven en organisaties gebruiken dan duurzame energie. Energie die we zoveel mogelijk zelf in Fryslân opwekken, vaak op of nabij een woning, bedrijf, dorp en stad. Waarbij de lusten en lasten lokaal worden gedeeld met zorg voor natuur en het landschap. Iedereen kan meedoen en niemand leidt aan energiearmoede.
  • Wij zetten richting 2050 in op energiebesparing, het opwekken van hernieuwbare energie en het zo efficiënt mogelijk gebruiken van fossiele brandstoffen als het niet anders kan (Trias Energetica).
  • We kiezen voor een brede mix van eigen hernieuwbare energiebronnen die passen bij Fryslân, zoals aquathermie en groen gas. We willen zelf de regie houden op de ontwikkelingen rondom de energietransitie via de RES. Op deze manier zorgen we ervoor dat de energietransitie hand in hand gaat met de brede welvaart van Fryslân; ‘Enerzjy fan, foar, yn Fryslân’.

Doel indicatoren

Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Energiebesparing

Energieverbruik Fryslan in TJ 25% energiebesparing in 2030 ten opzichte van 2010
Opwek van energie uit duurzame bronnen Aandeel hernieuwbaar opgewekte energie in Fryslân in TJ 25% in 2025. 33% in 2030 
Emissie van broeikasgassen  Totale emissie van broeikasgassen (CO2) in 100 ton) Bijdrage aan de landelijke doelstelling van 49% reductie in 2030

 

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Stimuleren en faciliteren inwoners en lokale initiatieven

Routekaart voor verschillende typen gebouweigenaren (actie 1 Energieprogramma) Routekaart opgeleverd
Een Fries plan voor energiebesparing
  • Opstellen en starten integrale aanpak energiearmoede (onderdeel van actie 7 Energieprogramma)
  • Via het loket KLIMOP 200 energiescans uitvoeren en businessplannen opstellen (onderdeel van actie 7a Energieprogramma).
  • Verkennen opzetten nieuwe regeling (motie 2844 en  onderdeel van actie 7c Energieprogramma).
  • 200 energiescans
  • Verkenning en mogelijk een nieuwe regeling
Stimuleren de opwek van energie uit duurzame bronnen Binnen de RES gezamenlijk formuleren van  doelstelling zon op dak (actie 14 Energieprogramma) De geformuleerde doelstelling zon op dak
Bereiden ons voor op de warmtetransitie
  • Regionaal communiceren over de warmtetransitie (actie 17)
  • Fryslân als aquathermie provincie stimuleren (actie 18)
5 startklare demonstratieprojecten 
Werken aan een robuust energienetwerk
  • Inzicht in mogelijke knelpunten in het energiesysteem en daar met netbeheerders op acteren (actie 24 Energieprogramma)
  • Verkennen Europese regelingen voor opslag (onderdeel van actie 27 Energieprogramma)
Inzicht in knelpunten
RES 2.0 Vaststelling RES 2.0 door PS Vastgestelde RES 2.0
Nieuw opdracht FSFE Voorstel nieuwe opdracht FSFE Nieuwe opdracht FSFE

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?

 

 

Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 8.741 6.867 1.342 1.275 1.753 412
Totaal baten 1.218 423 0 0 0 0
Saldo van lasten en baten 7.523 6.444 1.342 1.275 1.753 412
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

De afname naar 2023, wordt voornamelijk veroorzaakt door tijdelijke budgetten van De Nieuwe Afsluitdijk. De daling vanaf 2022 betreft het aflopen tijdelijke budgetten van DNA en de volledige besteding van het Ontwikkelbudget energieinitiatieven. Na 2022 bestaat de begroting enkel nog uit de budgetten Energieprogramma 2022-2025, Taskforce elkenien grien team en de IPO bijdrage duurzame ruimtelijke ontwikkeling. De IPO bijdrage loopt in 2026 door voor € 292.000.

Uitgebreide financiële tabel

Terug naar navigatie - Uitgebreide financiële tabel

 

 

Specificatie Exploitatie Ambitie omschrijving Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Lasten
Energietransitie algemeen 310 348 280 288 292 292
Structurele budgetten 310 348 280 288 292 292
Energiebesparing 5.215 445 280 0 0 0
Opwek duurzame bron 1.275 480 57 57 55 0
Tijdelijke budgetten 6.490 925 337 57 55 0
Energietransitie algemeen 954 1.216 0 0 0 0
Opwek duurzame bron 746 4.378 725 930 1.406 120
Reserves 1.700 5.594 725 930 1.406 120
Energiebesparing 241 0 0 0 0 0
Overlopende Passiva 241 0 0 0 0 0
Totaal lasten 8.741 6.867 1.342 1.275 1.753 412
Baten
Opwek duurzame bron 0 0 0 0 0 0
Tijdelijke budgetten 0 0 0 0 0 0
Energietransitie algemeen 347 311 0 0 0 0
Opwek duurzame bron 630 112 0 0 0 0
Reserves 976 423 0 0 0 0
Energiebesparing 241 0 0 0 0 0
Overlopende Passiva 241 0 0 0 0 0
Totaal baten 1.218 423 0 0 0 0
Saldo van lasten en baten 7.523 6.444 1.342 1.275 1.753 412

Beleidsveld 3.6. Transitie Omgevingswet

Wat zien we?

Terug naar navigatie - Wat zien we?

Op 1 januari 2023 treedt de Omgevingswet naar verwachting in werking. De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. Ook kan de provincie dankzij de Omgevingswet  met overzichtelijkere regels de leefomgeving meer in samenhang in richten, de besluitvorming versnellen en lokaal maatwerk realiseren De wet zelf is inmiddels al geruime tijd goedgekeurd. De uitvoering is gekoppeld aan een complex digitaal systeem. Dit wordt het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) genoemd. Per 1 januari 2023 is het vrijwel zeker dat nog niet alle onderdelen goed functioneren en dat in 2023 nog gewerkt moet worden aan verdere implementatie en uitbouw van het stelsel. Er was een oefentijd van 12 maanden nodig maar netto is er maar 6 weken beschikbaar. Hierdoor zullen vrijwel zeker problemen rond de uitvoering ontstaan.

De wet kent diverse nieuwe instrumenten met elk zijn eigen toepassing. Gemeenten hebben tot 2030 de tijd om de zaken rondom de omgevingsplannen en het instrumentarium op orde te brengen. Het zal voor de provincie ook nog de komende jaren personele inzet vergen om dit in goede banen te leiden. Ook de toepassing van de nieuwe instrumenten zoals programma's of projectbesluit zullen pas na 1 januari 2023 vorm krijgen. De integrale benadering vergt extra inspanning voor afstemming. 

Op 1 januari 2023 treedt de Omgevingswet naar verwachting in werking. De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. Ook biedt de Omgevingswet de provincie de mogelijkheid om met overzichtelijkere regels de leefomgeving meer in samenhang in te richten de besluitvorming te versnellen en lokaal maatwerk te realiseren De wet zelf is inmiddels al geruime tijd goedgekeurd. De uitvoering is gekoppeld aan een complex digitaal systeem. Dit wordt het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) genoemd. Per 1 januari 2023 is het vrijwel zeker dat nog niet alle onderdelen goed functioneren en dat in 2023 nog gewerkt moet worden aan verdere implementatie en uitbouw van het stelsel. Er was een oefentijd van 12 maanden nodig maar netto is er maar 6 weken beschikbaar. Hierdoor is het vrijwel zeker dat er problemen rond de uitvoering zullen ontstaan.

De wet kent diverse nieuwe instrumenten met elk zijn eigen toepassing. Gemeenten hebben tot 2030 de tijd om de zaken rondom de omgevingsplannen op orde te brengen. Dat betekent dat voor de provincie ook nog de komende jaren personele inzet zal vergen om dit in goede banen te leiden. Ook de toepassing van de nieuwe instrumenten zoals programma's of projectbesluit zullen pas na 1 januari 2023 vorm krijgen. De integrale benadering vergt extra inspanning voor afstemming. Ook hoeven de gemeenten pas in 2030 al hun instrumenten op orde te hebben.

Taak-, rol- en budgetvrijheid

Terug naar navigatie - Taak-, rol- en budgetvrijheid

 

Taakvrijheid
In de nieuwe Omgevingswet worden de taken meer decentraal belegd dan voorheen. We kennen als provincie nog een aantal wettelijke taken onder de nieuwe wet. 
Dit zijn:

  • Omgevingsvisie (PS)
  • Omgevingsverordening met daarin omgevingswaarden (PS)
  • Programma’s die nadere uitwerking geven van de door PS opgelegde doelen. (GS)Vergunning verlening Natura 2000, flora en fauna activiteiten, complexe milieubelastende activiteiten en ontgrondingen.
  • Vergunningverlening op basis van de Omgevingsverordening zoals bij vaarwegen, wegen, stiltegebieden, waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden.

Bij vergunning verlening die meerdere activiteiten betreft kan een ander bestuursorgaan bevoegd gezag zijn. Veelal is dat de gemeente. In dat geval hebben GS vaak een advies- en instemmingsrecht. Hierbij adviseert GS  aan het bevoegd gezag over bovengenoemde activiteiten. Vervolgens stelt het bevoegd gezag een conceptbeschikking op die voor instemming aan GS wordt voorgelegd. 

Deze gevallen zijn wettelijk geregeld. Er is weinig taakvrijheid.

Rolvrijheid 
De nieuwe Omgevingswet beoogt duidelijk een andere rolverdeling als voorheen tussen de verschillende overheden en andere partijen in het ruimtelijke domein. De primaire overheid, ook op het ruimtelijk domein, is de gemeente. Daarnaast schrijft de wet voor dat we qua rol verschuiven van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits’ en meer participatie mogelijk maken. 
De nieuwe Omgevingswet dekt alle fysieke, voorheen losstaande, beleidsvelden af (als natuur, infrastructuur, landschap, milieu, water, enzovoorts). Over de rollen op die beleidsvelden is in het voorgaande al een en ander gezegd. We hebben het hier dan ook over de rol als ruimtelijke ordenaar in het algemeen, maar ook over de rol als bevoegd gezag voor ingrepen in de fysieke leefomgeving.
In onze nieuwe Omgevingsvisie zoeken we naar die nieuwe rolinvulling door zoveel mogelijk op doelen en zo min mogelijk op regels te sturen. Daarvoor hebben we principes benoemd van waaruit we willen werken; inhoudelijke principes en principes voor de manier van samenwerken. 

De invoering van de Omgevingswet zal een nieuwe werkwijze en cultuuromslag vergen: 

  • Bij vergunningen zal het meer gaan om adviseren over wat mogelijk is dan focussen op wat niet mag. 
  • De integraliteit die beoogd wordt met de Omgevingswet, net als het streven naar het functioneren ‘als één overheid’ van de diverse overheden zal tot een veel zwaarder aandeel van onze bezigheden als samenwerkende overheid leiden. Hierop hebben we al een voorschot genomen door onze samenwerking in De Friese Aanpak, waarin onder meer gezamenlijke bouwstenen voor de diverse omgevingsvisies tot stand zijn gekomen.
  • Hoewel de Omgevingswet dus aangeeft in welke richting onze provinciale rollen zich zouden moeten ontwikkelen, is er nog veel vrijheid mogelijk in de precieze invulling daarvan, en de mate en radicaliteit waarin we meegaan in het streven naar 1 overheid, ja mits, participatie en integraliteit. Dit gaan we samen doen in de Friese aanpak.

Budgetvrijheid
Bij dit beleidsveld zijn geen beleidsbudgetten opgenomen in de begroting. Het budget voor de implementatie van de Omgevingswet is vanwege de aard van het budget opgenomen in programma 6 Bedrijfsvoering.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Doelstelling beleidsveld 3.6.

Terug naar navigatie - Doelstelling beleidsveld 3.6.
  • Fryslân is gehouden om aan de wettelijke taken die uit de wet voort vloeien te voldoen, conform de eisen die de wet er aan stelt. 

Er zijn nog geen doelindicatoren beschikbaar.

Wat gaan we daarvoor doen in 2023?

Resultaat indicatoren

Terug naar navigatie - Resultaat indicatoren
Onderwerp Indicator Doelwaarde 2023

Ambitie Transitie Omgevingswet

Dienstverlening op orde conform de mogelijkheden die er bij inwerkingtreding zijn.

Kunnen werken conform de eisen van de OW en het daarbij behorende in ontwikkeling zijnde digitale stelsel.(DSO)

Ambitie Transitie Omgevingswet   De programma's, de verordening en de visie zijn integraal in de beleidscyclus opgepakt Plannen Omgevingsverordening en programma kunnen indien mogelijk in DSO worden gepubliceerd.
Ambitie Transitie Omgevingswet  Voorlichting en begeleiding van initiatiefnemers 

We sluiten met onze ketenpartners aan bij de landelijke voorlichtingscampagne met een verbijzondering in de Provinciale bladen. Er komen instructies voor medewerkers en KCC. Bedrijven en burgers kunnen zo vragen stellen over de gevolgen van de OW. 

 

Wat mag het gaan kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het gaan kosten?

 

 

Bedragen x € 1.000,- Realisatie 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Totaal lasten 0 0 0 0 0 0
Totaal baten 0 0 0 0 0 0
Saldo van lasten en baten 0 0 0 0 0 0
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting

Het budget voor de implementatie van de Omgevingswet is vanwege de aard van het budget opgenomen in programma 6 Bedrijfsvoering.